Het boodschappenbolwerk

Gister las ik in de NRC een recensie van Het Boodschappenbolwerk van Frits Kremer, voormalig hoofd Corporate Communicatie van Laurus. Volgens Maartje Somers (de NRC recensent) is het een vurig pleidooi voor duurzaamheid uit de commerciële hoek.

Daarmee wekte het boek mijn interesse, want de grote Nederlandse supermarktconcerns blinken in mijn ogen niet uit in ambitie op het gebied van maatschappelijk verantwoord. Denk aan de rechtszaak van de gemeente Amsterdam tegen supermarkten over het afdekken van koelmeubels, die Amsterdam gewonnen heeft bij de Raad van State. Ik heb het boek gisteren gekocht en inmiddels bijna uit, voor een deel bevestigt Kremer mijn vermoedens over de supermarktbranche. Voor een deel zijn er echter ook hoopvolle ontwikkelingen buiten bij de bestaande Nederlandse supermarktketens en buiten de gevestigde spelers om.

Wie beheerst de keten

Kremer stelt terecht dat in de supermarktbranche de baas is in haar productieketen en daarmee de sleutel in handel heeft om verandering in gang te zetten. Als Albert Heijn het hele land smurfen kan laten verzamelen of haar klanten meer dan een maand zonder Coca Cola kan laten zitten, omdat ze weigert aan Coca Cola een hogere inkoopprijs te betalen, dan moeten de Albert Heijn’s van deze wereld toch ook wat kunnen op het gebied van duurzaam ondernemen en inkopen?

Waarom voegen de supermarkten zich bijvoorbeeld niet bij de ambities van het kabinet? De rijksoverheid wil in 2010 100% duurzaam inkopen, met gemeenten en provincies zijn lagere percentages afgesproken. Dat gaat om 40 miljard Euro inkoopkracht. De supermarkten zetten volgens Kremer gezamenlijk zo’n 25 miljard Euro per jaar om. Als de supermarkten inzetten op 25% duurzame inkoop in 2010 dan is dat 6 miljard Euro extra duurzame inkoopkracht. Er zijn dagen dat het niet op mijn bankrekening staat. Bovendien brengt dat de consument direct in contact met producten die beter zijn voor mens en milieu. Waarom zijn Fairtrade bananen in Zwitserland marktleider, terwijl je Fairtrade fruit in Nederlandse supermarkten met een vergrootglas moet zoeken?

Voor de huismerken kan dat probleemloos, want daar dicteren de supermarkten al jaren alle eisen. Een pad richting duurzame productie kunnen ze daardoor makkelijk inslaan. Kwestie van willen. Voor de A-merken wordt het misschien lastiger voor de supermarkt, maar daar worden ze geholpen door de inspanningen die bekende merken zelf al doen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Denk aan Unilever die jaren geleden al samen met het WNF het MSC-keurmerk opzette voor duurzame visvangst.

Hoopvolle ontwikkelingen

De grote jongens in de supermarktwereld laten het voorlopig afweten, maar er wordt wel aan de poorten gerammeld. Zowel vanuit Nederland als vanuit het buitenland. Denk aan opkomende spelers als:

Wat mij wel iedere keer weer opvalt is dat bijna alle producten in die winkels Duitse verpakkingen hebben. En ze zijn iets duurder, maar als je bedenkt dat de prijzen in supermarkten in Nederland 10% lager zijn dan het Europees gemiddelde (inclusief de nieuwe lidstaten), snap je ook waarom zelfs Lidl en Aldi als rasechte prijsvechters hier ruimte zien en zoeken om zich te gaan onderscheiden met EKO-producten, MSC gekeurde vis en Fairtrade katoen. Daarmee volgen ze volgens Kremer het Amerikaanse concern Wal-Mart, dat bezig is duurzaamheid intern neer te zetten als een vorm van kostenbesparing. Deze kostenbesparing wordt ook deels doorgeven aan de klant. Wat dat betreft volgt Wal-Mart de green is lean strategie. Wal-Mart heeft een jaaromzet van zo’n 315 miljard dollar (zo’n 200 miljard Euro), da’s nog eens een berg geld om milieu- en arbeidsomstandigheden bij leveranciers mee in beweging te krijgen…

Kremer beschrijft in de laatste hoofdstukken van het boek de ontwikkelingen bij Super de Boer (voorheen Laurus), Albert Heijn en Jumbo. Met name de laatste twee hebben volgens hem een goede positie om duurzaamheid op termijn integraal in hun merk te integreren. Jumbo vanuit de familiewaarden die het uitstraalt en Albert Heijn vanuit haar positie als supermarkt voor de ‘welvarende burgerij’ en het daarbij horende kosmopolitische levensgevoel. Klinkt mij als dezelfde doelgroep als die waar Marqt zich op richt…

Het Wal-Mart en het Super de Boer verhaal in Kremer zijn boek bieden beide mooie aanknopingspunten om aan de slag te gaan met een duurzamere supermarkt. Dat zijn trajecten van lange adem en niet alles is morgen goud en goed, Kremer laat echter in zijn boek zien dat zowel de NGO’s, als de supermarkten het debat open en eerlijk aan moeten gaan. Het ondersteunen van dergelijke ontwikkelingen door NGO’s biedt grote kansen om de door hun nagestreefde doelen te verwezelijken, meer dan het alleen maar schreeuwen dat het niet goed genoeg is. Dan moet het vizier wel open en het mes niet op de keel of in de rug.

Als willoze consument kun je natuurlijk altijd met je voeten stemmen. Zolang ik in Voorburg woon heb ik mij voorgenomen zo veel mogelijk boodschappen bij de Ekoplaza te halen, al heb ik een Albert Heijn en een Jumbo om de hoek. De sortering aan milieu-, dier- en mensvriendelijke producten is daar naar mijn mening onder de maat. Voor melk, yoghurt, de standaard groenten en fruit kun je prima bij Ahold en Jumbo terecht. Voor veel andere boodschappen niet. Zelfs een consument wil wel eens wat anders eten dan paprika, winterpeen, wortel, champignons, ui, bloemkool en broccoli.

Toekomstmuziek

De ideale toekomst is in mijn ogen wanneer die waarin een of meer van de grote partijen in de Nederlandse supermarktwereld (denk aan Albert Heijn, C1000, Jumbo of Super de Boer) een manier verzint om niet alleen een milieuvriendelijker, maar ook een mensvriendelijker product in de schappen te krijgen.

Met mensvriendelijker bedoel ik dat leveranciers van supermarkten zich aan de ILO-normen zouden moeten houden en een eerlijke prijs voor hun product krijgen. Zeg maar een Max Havelaar of Utz-certified keurmerk voor supermarktleveranciers. De Unilevers van deze wereld zitten daar misschien niet op te wachten, maar voor de kleinere toeleveranciers biedt dat wel een uitkomst. Denk aan boeren, vissers, producenten van huismerken en de kleinere A-merken. Bv. Peynenburg en Verkade die beide publiekelijk hun beklag hebben gedaan over de grove wijze van prijsonderhandelingen door inkopers van supermarktern. Of aan de boer die jaren geleden een kar met uien op de stoep van een supermarkt stortte uit protest tegen de lage prijs die hij ontving voor zijn product. Of de Nederlandse vissers die een MSC-keurmerk willen aanvragen, biedt die een eerlijke prijs voor de vis. Een prijs waarmee ze zelf de certificering kunnen betalen, zodat ze hun hand niet op hoeven te houden bij de overheid.

Update 22.30u: Altijd gevaarlijk om te schrijven over een boek, voordat je het helemaal uit hebt. Inmiddels heb ik het boek wel helemaal gelezen en dus ook een paar dingen toegevoegd aan en verwijdert uit het verhaal. Bij hoopvolle ontwikkelingen heb ik de ontwikkelingen die Kremer in zijn laatste hoofdstukken beschrijft toegevoegd.

Update 2, maandag 21 april: Vandaag een stukje gelezen over BIO+, het nieuwe huismerk van o.a. Jumbo. Dat stukje doet me afvragen of er achter de schermen niet meer gebeurd op het gebied van verduurzaming van de productieketen door supermarkten, dan Kremer in zijn boek beschrijft. Misschien dat voor de supermarkten 2008 het jaar van de duurzame doorbraak wordt? Het jaar waarin duurzame producten in de supermarkt van niche naar mainstream schuiven, zoals de Fairtrade organisaties dat zo mooi noemen…?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: