De dotcom boom is al een tijdje over. De huidige crisis maakt naar mijn mening echter een aantal trends zichtbaarder. Trends die versterkt en mogelijk gemaakt zijn door technieken waarvan de wortels in de dotcom boom liggen. Voor het gemak noem ik ’t dot 2.0. Waarbij dot staat voor: duurzaam, open en transparant.
De afgelopen jaren ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt dat openheid & transparantie bij duurzame ontwikkeling horen. Waarbij openheid & transparantie (misschien?) belangrijker zijn om duurzame ontwikkeling op gang te brengen en houden, dan het stellen van normen.
Duurzaamheid
De roep om duurzaam staat weer prominent op de agenda sinds de film An Inconvenient Truth met Al Gore. Sindsdien is het weer bon ton om te zeggen dat je begaan bent met het milieu, zure regen, ozonlaag, mensenrechten, armoedebestrijding. Oh nee, duurzaamheid. Voor ’t gemak vaak verengd tot klimaatverandering.
Ik geloof zelf niet dat we de komende generaties duurzaam zullen worden, wel duurzamer. Daarom spreek ik zelf liever van duurzame ontwikkeling. Waarbij ik beweging houden in het systeem belangrijker vind dan de norm van vandaag. De definitie van het Kabinet is daarbij een mooie leidraad bij het maken van besluiten en keuzes. Duurzame ontwikkeling gaat volgens het Kabinet over een afweging tussen people, planet, profit. Hier en elders, nu en later.
In de ideale situatie vind er geen enkele afwenteling plaats tussen people, planet, profit, hier en elders, of nu en later. We leven echter niet in het hemels paradijs, al is Nederland gelukkig ook geen aards tranendal. Dat betekent dat je bij iedere keuze die je maakt, als consument, burger of in je werk, afwegingen maakt. Die afwegingen hebben impact op een van de vele dimensies van duurzame ontwikkeling.
Een eerste stap op weg naar duurzamer handelen is je bewust zijn van afwentelingsmechanismen. De keuze daarin is vaak erg persoonlijk, de een geeft meer om natuur. De ander om sociale rechtvaardigheid, een derde om winstmogelijkheden voor ’t bedrijfsleven.
Transparant
Dat mensen andere keuze maken is niet erg, zolang je transparant bent over de manier waarop je tot je keuze komt. Transparantie maakt je aanspreek op je gedrag, je handelen en je keuzes. Het internet kan een grote en krachtige motor zijn voor het versterken van transparantie. Waarmee anderen kunnen zien of je handelt volgens de normen en waarden die je zelf uitdraagt. Daarmee wordt je ook aanspreekbaar.
De huidige trend wordt in Wired omschreven als radicale tranparantie. Waarbij een centrale rol is weggelegd voor open data:
The revolution will be powered by data, which should be unshackled from the pages of regulatory filings and made more flexible and useful. We must require public companies and all financial firms to report more granular data online—and in real time, not just quarterly—uniformly tagged and exportable into any spreadsheet, database, widget, or Web page. The era of sunlight has to give way to the era of pixelization; only when we give everyone the tools to see each point of data will the picture become clear. Just as epidemiologists crunch massive data sets to predict disease outbreaks, so will investors parse the trove of publicly available financial information to foresee the next economic disasters and opportunities.
Openheid
De trend richting meer openheid is ook al langer bezig. Vanuit de overheid gaat het daarbij veelal om informatie die de overheid wil hebben van burgers en bedrijfsleven. Richting bedrijfsleven wordt de roep om openheid en transparantie deels via regels afgedwongen en deels via stimulering bevordert. Richting de burger wordt de roep om openheid vanuit de overheid vooral vormgegeven met de dooddoener:
Wie niks te verbergen heeft, heeft niets te vrezen.
Waarna je gegevens op z’n best via een opt-out methodiek vergaard worden. Dat speelt in de zorg (elektronisch patiënten dossier), jeugd (elektronisch kind dossier) en vast op nog veel meer plaatsen.
Op zich ben ik niet tegen elektronische gegevensverzameling, zolang de burger daar zelf over beslist via opt-in. Waarbij de burger ook beslist wie wat kan zien en welke gegevens hij/zij beschikbaar stelt. Daarnaast hoort de burger te kunnen zien wat de overheid (en anderen) met zijn/haar gegevens doet. Dus ook welke ambtenaar er in gluurt. Dat is open en dat is transparant.
Overigens behoort een overheid haar burgers ook te wijzen op de risico’s van al die informatievergaring voor de privacy, zie bv. het privacy dossier van de Groene.
De trends komen samen
Als je de drie trends samen neemt dan zie ik de mogelijkheid opdoemen dat je kunt zien wat mensen en organisaties beloven en beloofd hebben. Waarbij je tegelijkertijd kunt zien hoe geloofwaardig die claim is, door beloften uit het verleden te vergelijken met prestaties in het heden. Dat heeft impact op people, planet & profit van een organisatie.
- In het geval van politici: verkiezingsprogramma vs. stemgedrag (bestaat al voor gemeenteraadsleden dacht ik).
- Voor bedrijven en organisaties: verhalen over financieel resultaat en maatschappelijk verantwoord ondernemen versus de werkelijke vervuiling bij de productie. Ook gegevens over EKO of Max Havelaar keurmerk zijn daaraan te koppelen, of in geval van apparatuur het energieverbruik van producten die een bedrijf levert.
- Voor overheden: geef inzicht in gemaakte keuzes en aannames. Zodat kritiek op en dialoog over gehanteerde aannames en waardeoordelen mogelijk wordt. Wees wat minder bang om de burger te laten zien & ervaren dat simpele oplossingen niet altijd voor handen zijn. Ondiplomatieker gesteld: stop met de burger als imbeciel te behandelen. En maak vergelijking van beleidsvoornemens met gerealiseerd beleid mogelijk.
Bij overheden speelt ook mee dat deze zelf een aantal instrumenten heeft ontwikkeld voor het vergroten van de openheid en transparantie. Een daarvan is de Wet Openbaarheid Bestuur. Burgers en journalisten weten dit instrument onderhand prima te vinden. Het resultaat daarvan vind je op Big WOBber.
Een andere manier om de informatie zelf te halen is door sites van overheden te scrapen, zoals IkRegeer.nl en Polidocs.nl doen voor parlementaire stukken. In mijn ogen zijn ’t alle drie vormen van ‘burgelijke baldadigheid‘, die tot een opener & transparanter openbaar bestuur kunnen leiden.
De grote vraag blijft natuurlijk: Is Nederland klaar voor radicale tranparantie en dot 2.0? Wat denk jij?
Geef een reactie