Sinds ik eerder dit jaar het filmpje van Tim Berners-Lee over linked-data op TED.com heb gezien spookt zijn slogan RAW DATA NOW! door mijn hoofd. Als ambtenaar werk ik tenslotte voor een organisatie die op een enorme berg ruwe data zit. Ruwe data die erop wacht om ontsloten te worden. Alleen wat ga je dan doen met die data? En wie zit er eigenlijk op te wachten? Een paar weken geleden viel alles op zijn plek na het lezen van het artikel Transparency is the new objectivity van David Weinberger. Dat sluit m.i. aan bij de ideeën van Tim Berners-Lee.
Wat is het belang van data?
David Weinberger begint zijn verhaal op Personal Democracy Forum 2009met een lofzang op data, waarbij hij enthousiast verwijst naar sites alsdata.gov en factcheck.org. Weinberger stelt dat feiten beweringen zijn over de werkelijkheid. Volgens hem zijn feiten belangrijk, omdat ze discussies beslechten. Dat komt door vier eigenschappen van feiten:
- Feiten zijn binair;
- Feiten zijn zeldzaam;
- Er is een juiste ordening van feiten;
- Feiten zijn objectief, dwz onafhankelijk van wie het verteld.
Het nut van feiten is dat ze discussies beslechten. De geschiedenis van feiten begint in het begin van de 19e eeuw bij Jeremy Benthem die het nut van feiten benadrukt voor sociale wetenschappen. Mensen worden in de loop van de 19e eeuw al moe van feiten. Daarom wordt overgegaan op een rijker format: informatie. Om grote hoeveelheden informatie te verwerken wordt informatie omgezet in machinetaal, data is geboren.
Maar misschien is het handig om eerst even naar David Weinberger zelf te kijken:
Het probleem met objectiviteit
Het probleem met objectiviteit is volgens Weinberger dat het probeert te laten zien hoe de wereld er uit ziet, zonder een standpunt in te nemen. Hij vergelijkt dat met bedenken hoe iets er uit ziet in het donker. Ondanks dat is hij van mening dat objectiviteit een belangrijke rol heeft gespeeld bij het leren vertrouwen van informatie, en in het business model van moderne kranten. Kranten reageerden dan ook geagiteerd op bloggers, bv. met beweringen dat bloggers een eigen agenda hebben terwijl journalisten objectieve informatie geven. En objectiviteit is in het papieren tijdperk het einde van de discussie.
Hij illustreert het verschil tussen het papieren en het hyperlinked tijdperk aan de hand van een vraag aan journalist Walter Mears, Pulitzer-prijs winnaar, tijdens de Democratische Nationale Conventie van 2004. Weinberger vroeg Mears welke kandidaat hij steunt. Zijn antwoord kwam neer op “Als ik je dat vertel, hoe kun je dan vertrouwen wat ik schrijft?”, waarop Weinberger de tegenvraag stelde: “Als je dat niet vertelt, hoe kan ik dan vertrouwen wat je schrijft?”. De transparantie om te vermelden vanuit welk standpunt je schrijft geeft de lezer de mogelijkheid om te compenseren voor de bias van een schrijver of journalist.
Van informatie naar hyperlinked wereld
Informatie is volgens Weinham ontworpen om grote hoeveelheden gegevens te ordenen, te vereenvoudigen en te controleren. In het huidige web gaat het echter om links, niet om data. Deze zijn niet top-down, maar bottom-up. Het vormt een eindeloos web van verbindingen. Weinberger noemt links een vorm van interpunctie. Alleen is het wel een bijzondere, want in plaats van dat ze aangeven waar je moet stoppen geven hyperlinks aan waar je kunt doorgaan. Daardoor is de discussie nooit afgelopen of beslecht, zoals bij boeken.
De reden daarvoor is dat er met hyperlinks geen einde is: ze zijn eenvoudig te maken en veroorzaken een wereld vol onbeslechte discussies. Hyperlinks bieden daarom ook niet de definitieve oplossing voor een meningsverschil, waar de aanhangers van het utilitarisme op hoopten. In een hyperlinked wereld gaat het niet om gelijk hebben, maar om op een constructieve wijze omgaan met de verschillen die al bestaan zo lang de mensheid bestaat.
Het einde van de papieren wereld
De ouderwetse wereld van autoriteit werkt niet meer. We hebben ons concept van waarheid laten beperken door de beperkingen van een papierenwereld. In de papieren wereld was er beperkte ruimte voor publicatie. Daarom werden enkel de beste stukken gepubliceerd en geciteerd. In de hyperlinked wereld is er echter volop ruimte voor publicatie. Bovendien zijn we met behulp van moderne middelen veel betere in staat om grote hoeveelheden data te ordenen.
In de hyperlinked wereld leiden data en feiten niet tot kennis en wijsheid, maar tot discussies, gesprekken, debatten en controverses. Met een beetje geluk leiden die tot wijsheid en kennis, niet van het individu maar van het netwerk. De hyperlinked wereld van verschillen is volgens Weinberger een stuk betere representatie van de werkelijkheid dan de papieren wereld van authoriteit. De verschillen en het netwerk van links geven namelijk context aan de verschillen. We worden het toch niet eens, de geschiedenis van de mensheid bevat daarvoor voldoende bewijsmateriaal. Dus maak dan zichtbaar waar we het over oneens zijn en zorg voor een constructieve dialoog.
Volgens Weinberger was het oude paternalistische idee dat de wereld te ingewikkeld is om te begrijpen en we dus beter onze volksvertegenwoordigers of stamoudsten kunnen vertrouwen geschikt voor de papieren wereld. Dat idee stamt echter van voor de tijd dat de papieren werkelijkheid werd opgeschaald tot de hyperlinked werkelijkheid:
“In fact, transparency subsumes objectivity. Anyone who claims objectivity should be willing to back that assertion up by letting us look at sources, disagreements, and the personal assumptions and values supposedly bracketed out of the report.”
“Objectivity without transparency increasingly will look like arrogance. And then foolishness. Why should we trust what one person — with the best of intentions — insists is true when we instead could have a web of evidence, ideas, and argument?”
Data in de media
Zach Beauvais schreef recent een artikel op ReadWriteWeb dat journalisten in de 21ste eeuw data nodig hebben om hun werk te doen. The Guardian heeft daarvoor zelfs een speciaal datablog gelanceerd. Ook de Nederlandse media beginnen langzaamaan de kracht van data te ontdekken. De Volkskrant verzameld al jaren gegevens over topsalarissen. Daarnaast heeft de NRC deze zomer een serie waarin ze een aantal van de Kabinetsdoelstellingen tegen het licht houdt en op basis van beschikbare data haar eigen interpretatie geeft van de voorgang op het betreffende dossier.
En op de site Bigwobber verzamelt journalist Brenno de Winter langzaam maar zeker de resultaten van alle WOB-verzoeken in Nederland. Vooralsnog allemaal in pdf-vorm, maar het is een kwestie van tijd tot dit omgezet is in bruikbare data voor analyses, mashups en integratie in andere websites. Bijvoorbeeld een databank voor analyses van de voorgang van het programma Nederland Open in Verbinding, waar De Winter zelf een WOB-verzoek deed bij alle mede-overheden van Nederland. Een WOB-verzoek dat meteen een haarscherpe analyse mogelijk maakt van verschillen tussen overheidsorganisaties in de interpretatie van de WOB, of de omgang met een WOB-verzoek.
Het onsluiten van deze data via ‘open data’ geeft burgers de mogelijkheid om zelf te beoordelen of ze het eens zijn met overheidsbeleid of om te beoordelen wat de huidige stand van zaken is. Het geeft ook de mogelijkheid om uit te vinden welke omgevingsfactoren een mogelijke verklaring van het stemgedrag van politici geven. Is de data te ingewikkeld omdat het gaat om trends door de jaren heen? Geen probleem, ook daar bestaan op internet hulpmiddelen voor, bv. Timetric of Google Fusion Tables.
Wat betekent deze wijziging voor de overheid en ambtenaren?
Ook binnen de Nederlandse overheid lopen we naar mijn mening aan tegen deze paradigmaverschuiving. Want ook de overheid verliest in de hyperlinked wereld van Weinberger aan autoriteit en gezag. Wanneer we als ambtenaar zo zeker zijn van onze zaak, waarom maken we de data waarop we ons oordeel baseren dan niet vrijelijk beschikbaar? Sterker nog: weten we het allemaal wel zo zeker? Of wordt de overheid in ogen van de burger steeds arroganter, of zelf ‘foolish’? Kan een ambtenaar wel objectief deel nemen aan een discussie? Of blijf je ook altijd lid van de politieke partij van je voorkeur en klinkt dat door in de wijze waarop je werk doet?
Dit stuk is ook geplaatst op Ambtenaar 2.0
Geef een reactie