Dat was de vraag Donald van den Akker gisteren via twitter stelde. De vraag is actueel en relevant door de volgende regel uit het regeerakkoord:
Het kleinschalig, duurzaam opwekken van (zonne-)energie waarvoor geen rijkssubsidie wordt ontvangen, wordt fiscaal gestimuleerd door invoering van een verlaagd tarief in de eerste schijf van de energiebelasting op elektriciteit die afkomstig is van coƶperaties van particuliere kleinverbruikers, aan deze verbruikers geleverd wordt en in hun nabijheid is opgewekt. Deze wordt lastenneutraal gefinancierd door een generieke verhoging van het reguliere tarief in de eerste schijf van de energiebelasting.
Momenteel wordt achter de schermen gewerkt aan de invulling van deze regeling. Mijn mening over zelflevering light vind je hier, maar op verzoek van Donald mijn 2 cent over wat nabijheid in kan houden, al blijf ik van mening dat het zelflevering light een sigaar uit eigen doos is voor kleinverbruikers. Dat neemt niet weg zelflevering light ook kansen biedt voor bedrijven, ook al zullen ze voor de vorm een cooperatie moeten oprichten om hun klanten van de voordeeltjes gebruik te kunnen laten maken.
Nabijheid
Een van de voorstellen die Donald van de Akker deed was opdeling van Nederland volgens de eerste 2 cijfers van de postcodes. Hieronder zie je welke indeling dat op zou leveren.
Mijns inziens levert indeling naar 2 cijferigpostcodegebied rare situaties op. Zo ligt tussen Schiedam (postcodegebied 31) en Rotterdam (postcodegebied 30) het bedrijventerrein Spaanse Polder met veel platte daken. Een deel daarvan is wellicht geschikt voor zonnepanelen. Als Schiedammer zou ik enkel kunnen investeren in zonnepanelen op de Schiedamse daken, terwijl vrienden uit Rotterdam-Zuid (toch echt een stuk verder weg) wel kunnen investeren in de daken van Spaanse Polder. In de regio Haaglanden speelt dat probleem niet omdat de randgemeenten daar allemaal postcodegebied 22 hebben.
Andersom liggen er binnen postcodegebied 31 behoorlijk wat stukken die geschikt zijn voor windmolens. Een aantal plaatsen zijn daar ook al voor aangewezen. Rotterdammers zouden daar niet in kunnen investeren, terwijl windenergie een minder grote investering per kWh geinstalleerd vermogen vergt dan zonnepanelen.
Bij de keuze voor indeling naar gemeente (of nog kleinere eenheden) gaan nog veel meer van dat soort problemen spelen.
Mijn voorkeursroute
Hoe kleiner je de gebieden maakt, hoe meer zelflevering light een verkapte ondersteuning voor zonnepanelen wordt. Zelf zou ik daarom een hele andere route kiezen, die prima past bij de sterke drang van het Kabinet naar centralisatie, of het nu gaat om politie of om decentrale overheden. Aangezien de uitkomst van fusies tussen gemeenten nog wel even op zich gaat laten wachten en de precieze indeling ook kan variĆ«ren zou mijn voorkeur uitgaan naar indeling van Nederland in 5 regioās. Deze regioās laat je samen vallen met de indeling in 5 provincies die de rijksoverheid voor ogen heeft.
Bijkomend voordeel is dat burgers dan zelf kunnen besluiten in welke techniek ze willen investeren. Dat kan gaan om windparken op land, die bij een verlaagd energiebelastingtarief in de eerste schijf ook zonder SDE+ financieel interessant kunnen zijn voor kleinverbruikers (wat niet wil zeggen dat dat een makkerijkere route dan SDE+ is). Het kan ook gaan op zonnepanelen op andermans dak (bv. Zonnepark Nijmegen) of om een niet gebouw gebonden zonnepanelen installatie (bv. SolargreenPoint Terbregseplein) (wat wederom niet wil zeggen dat deze route makkelijker is dan met SDE+).
Zelf 2 cent over? Laat je reactie achter.
Geef een reactie