In 2019 publiceerde Jelmer Mommers zijn boek Hoe gaan we dit uitleggen? en kreeg Urgenda gelijk van de Hoge Raad in de zaak over de minimaal te behalen CO2 reductie door de Nederlandse overheid. Er waren vorig jaar echter veel meer goede en lezenswaardige publicaties van klimaatwetenschappers, activisten en mensen die worstelen met het onder ogen zien van de gevolgen van klimaatverandering. Hieronder een selectie, vul gerust aan in de commentaren.
Het goede nieuws
In een publicatie in december 2019 stellen klimaatwetenschappers Zeke Hausfather en Justin Ritchie dat het business as usual scenario nu leidt tot 3 graden opwarming in 2100 ten opzichte van pre-industriële temperaturen. Nog steeds ver boven de doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs, maar beduidend lager dan de 4 tot 5 graden opwarming uit veel oudere business as usual scenario’s.
Zekerheid is er niet te geven, omdat er nog veel variabelen zijn die kunnen veranderen. Zoals de kosten van duurzame energie, energieopslag en de ontwikkeling van zero-emission vervoer. De positieve kant van het verhaal van Hausfather en Ritchie is dat klimaatbeleid dus wel degelijk werkt. Het gaat niet snel genoeg, maar de verwachte opwarming voor het jaar 2100 kan met 1 tot 2 graden naar beneden bijgesteld worden met dank aan het gevoerde beleid in verschillende landen in de afgelopen decennia.
Het belang van hoop en de vijf stappen om optimistisch te blijven over klimaat worden mooi beschreven in deze bijdrage van Climate Reality. In een bijdrage voor Harvard Business Review vragen Alice Chen en Vivek Murthy zich af of we niet optimistischer zouden moeten zijn over de aanpak van klimaatverandering.
Volgens klimaatwetenschapper Katharine Hayhoe hebben we een visie voor een betere toekomst nodig. Een visie die Chris Turner leverde in een opiniebijdrage, waarin hij stelde dat de toekomst groener is dan dan de meeste mensen denken. Ook de jaarlijkse vooruitblik van Michael Liebreich, topman bij Bloomberg New Energy Finance, biedt zicht op een betere toekomst. Hij voorspelt een snellere daling van de CO2-emissies dan veel mensen verwachten. Liebreich verwacht niet dat de daling genoeg is om binnen de bandbreedte te blijven die volgens het IPCC nodig is om onder de 2 graden Celsius opwarming te blijven (20% wereldwijd). Wel verwacht hij komend decennium een daling van de wereldwijde emissies met 5%. Eerder vorig jaar beredeneerde hij al dat de doorbraak van hernieuwbare energie wel eens veel eerder kan komen dan oliemaatschappijen denken. Ook David Roberts, milieujournalist bij Vox, brak vorig jaar een lans voor voorwaardelijk positivisme over het aanpakken van klimaatverandering. Voor Nederland kwam de WUR recent met een hoopvolle publicatie over hoeveel groener Nederland er in 2120 uit zou kunnen zien.
De zorgen
Al deze positieve denkers daar gelaten zijn de gevolgen van de al ingebakken klimaatverandering nog steeds enorm. De bosbranden in Australië zijn het meest recente voorbeeld van een van de verwachte effecten van klimaatverandering die waarheid wordt. Voor de toekomst van Nederland zijn de bijgestelde projecties voor de toekomstige zeespiegelstijging van groter belang. Vrij Nederland stelde vorig jaar dan ook dat de zeespiegelstijging voor Nederland een groter probleem is dan we beseffen. Deltares bracht in 2018 een rapport uit waarin onderzocht is wat de gevolgen zouden zijn van een versnelde zeespiegelstijging na 2050. In 2018 stelde Peter Kuipers Munnike al in NRC dat het niet meer de vraag is of, maar vooral wanneer Nederland onder de zeespiegel verdwijnt. Geen prettig vooruitzicht en het laten doorwerken van die kennis kan leiden tot psychische problemen. Om de gevolgen van klimaatverandering het hoofd te bieden is dan ook vooral moed nodig, zo schrijft klimaatwetenschapper Kate Marvel.
Psycholoog Renee Lerzman beschrijft in dit artikel hoe praten over onze angsten kan helpen bij communicatie over klimaatverandering. Terwijl Meg Ruttan Walker in dit lezenswaardige artikel stelt dat actie de enige remedie tegen dit soort klimaatangsten en klimaatdepressie. Waarbij we volgens Mary Heglar moeten stoppen om elkaar de maat te nemen met betrekking tot onze individuele acties, maar ons moeten richten op het grotere plaatje. Het merendeel van de CO2 emissies wordt veroorzaakt door een handjevol bedrijven. Onze focus zou veel meer op deze bedrijven gericht moeten zijn in plaats van op het ons aanpraten van een schuldgevoel omdat we direct of indirect producten of diensten van deze bedrijven afnemen.
Ondanks de zorgelijke vooruitzichten en het feit dat wereldwijd het beleid nog steeds niet in lijn is met het klimaatakkoord van Parijs breekt Bina Venkataraman in de Washington Post een lans voor klimaatoptimisme. Juist nu een kleine maar groeiende groep stelt dat klimaatverandering niet meer te stoppen is en we ons maar beter bij de komende veranderingen kunnen neerleggen. Naast de vaak genoemde standaardreacties vluchten, bevriezen of vechten is er volgens wetenschapper Susanne Moser een vierde mogelijkheid: bevrienden.
Wie uiteraard niet mag ontbreken is Michael Mann, die in zijn bijdrage voor Time Magazine terugkijkt vanuit 2050 en ziet dat we de ergste gevolgen van klimaatverandering hebben weten te voorkomen.
Afsluitend
Ik sluit af met hetzelfde artikel van Diego Arguedas Ortiz uit 2020 waar Katharine Hayhoe haar twitterdraad waar dit artikel op gebaseerd is mee afsluit. In zijn artikel vraagt Ortiz zich af of het verkeerd is om optimistisch te zijn over klimaatverandering. Volgens hem niet, zolang het realistisch, rationeel en actief is.
Dit bericht is gebaseerd op een twitterdraad van Katharine Hayhoe, waar ook meer leesvoer over dit onderwerp te vinden is.
Dit bericht is geschreven voor en gepubliceerd op Sargasso.
Geef een reactie