De VVD Rotterdam diende een paar weken geleden het initiatiefvoorstel regiodeal varend ontgassen voor de regio Groot-Rotterdam in. Doel van deze regiodeal is om medio 2019 starten met het handhaven van het provinciaal verbod op ontgassen in de regio Groot-Rotterdam (zie deze pdf). Bestudering van de wijziging van het verdrag voor vervoer van gevaarlijke stoffen over water (het ADN) en navraag bij experts leert Sargasso dat de regiodeal bij voorbaat achterhaald is. De nieuwe regels uit het ADN verbiedt het varend ontgassen van alle stoffen per 1 juli 2019.
Handhaving in drukbevolkte gebieden
De Gelderse Gedeputeerde Bea Schouten deed vorige week een oproep aan minister Cora van Nieuwenhuizen (I&W) om zo snel mogelijk een landelijk verbod in te voeren op varend ontgassen. De Gelderlander schreef afgelopen weekend dat minister Cora van Nieuwenhuizen heeft geantwoord dat er na de zomer vooruitlopend op een landelijk verbod op varend ontgassen een brede handhavingsactie tegen varend ontgassen in dichtbevolkte gebieden wordt ingesteld. Dit moet vooruitlopen op het landelijk verbod, dat waarschijnlijk vanaf 2020 gefaseerd wordt ingevoerd.
Bij de brede handhavingsactie zijn Rijkswaterstaat, politie, de Inspectie voor de Leefomgeving, regionale handhavers en havendiensten betrokken. Deze acties zullen in verschillende regio’s gehouden worden, mogelijk ook in Gelderland.
ADN
Na een tip van de vereniging Stop Ontgassen ben ik voor Sargasso dieper in het zogenaamde ADN verdrag gedoken. In dit verdrag zijn regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water vastgelegd. De nieuwste versie van het ADN is per 1 januari 2019 van kracht in Nederland. Het ADN kent een overgangsperiode van 6 maanden totdat de regels gehandhaafd gaan worden. In hoofdstuk 7 artikel 7.2.3.7.1.1 tot en met 3 staat beschreven aan welke voorwaarden voldaan moet worden om vanaf 1 juli 2019 te mogen ontgassen (varend of bij een ontgassingsinstallatie).
Volgens de nieuwe ADN regels mag ontgassen, beluchten en inertiseren enkel nog via het manifold van het schip (het leidingennet tussen de tanks en naar de laadpunten). Bij de task force groep varend ontgassen is bekend dat de eerste 2 uur 200.000 miligram/m3 wordt uitgestoten, dat is hoger dan de in het ADN toegestane concentratie. De nieuwe ADN regels geven daarom de voorkeur aan gesloten systemen om te ontgassen, of aan het aanzuigen van schone lucht via het manifold. Deze nieuwe regels zijn onder andere ontwikkeld op basis van werkgroep paper 2017/47 (pdf), dat is opgesteld door het ministerie van Infrastructuur en Water, het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) en de European Barge Union (UBU). Ze kunnen dus niet geheel onbekend zijn op het ministerie van I&T. Onderstaande video, van het ministerie, het CBRB en de EBU, legt uit hoe de nieuwe regels werken:
Het ADN legt de verantwoordelijkheid voor verantwoord ontgassen bij de verlader. Deze is namelijk opdrachtgever en eigenaar van de lading, dus ook van de resterende damp. Dat eigenaarschap is belangrijk bij vergunningverlening en handhaving, want dat betekent dat omgevingsdiensten via de ketenverantwoordelijkheid maatregelen in de milieu/omgevingsvergunning van verladers kunnen opnemen:
Tegelijkertijd hebben omgevingsdiensten een mogelijkheid om verladers, tankopslagbedrijven, chemiebedrijven en raffinaderijen, via de ketenverantwoordelijkheid aan te zetten tot het verantwoord laten ontgassen van schepen die in hun opdracht lading vervoeren. Zeker voor de categorie zeer zorgwekkende stof, zoals benzeen (dat volgens RIVM een emissiegrenswaarde van 1 mg/m3 en massagrenswaarde van 2,5 gram per uur heeft), waarvoor een minimalisatie en een 5 jaarlijkse informatieplicht geldt op basis van artikel 2.4 lid 2 en artikel 2.4 lid 3 van het Activiteitenbesluit. Een ambtenaar van het ministerie van I&W gaf daarover jaren terug onderstaande redeneertrend af:
Is de damp van de verlader, dan geeft deze kennelijk impliciet opdracht om zíjn dampen te laten ontgassen door de schipper. Daarmee is het in principe een emissie van de verlader, uitgevoerd door een derde partij. Ben benieuwd, wat het Wm-bevoegd gezag dáár van vindt…
In dat geval kan de omgevingsdienst de verladers aanpakken op hun verantwoordelijkheid voor de emissies.
In normaal Nederlands: in de milieuvergunning kunnen omgevingsdiensten verladers aanspreken op hun ketenverantwoordelijkheid, zoals dat in 2009 ook al is gedaan met gegaste containers. Het zijn ook de omgevingsdiensten die de sleutel in handen hebben als het gaat om het vergunnen van voldoende ontgassingsinstallaties. Daarvoor hoeft niet gewacht te worden op een pilot vergunning aan Shell, daar kan DCMR al meteen Mariflex uit Vlaardingen bij betrekken. Ook voor de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied is er weinig reden om te wachten met het vergunnen van ontgasssingsinstallaties, aangezien het Havenbedrijf Amsterdam al in 2013 betrokken was bij proeven van Specialised Tanker Services (STS) met een ontgassingsinstallatie.
Handhaving ADN
De grote vraag is nu hoe de hoe omgevingsdiensten, het landelijk korps politiediensten (KLPD), Inspectie Leefomgeving en Transport (IL&T) en Rijkswaterstaat de handhaving vanaf 1 juli gaan regelen. Hoe gaan ze controleren of de op een schip aanwezige apparatuur in staat is om varend ontgassen volgens de nieuwe ADN regels veilig uit te voeren? En hoe wordt dit gehandhaafd?
Waarschijnlijker is dat de nieuwe ADN regels varend ontgassen sterk bemoeilijken en dat ontgassen bij een daartoe aangewezen ontgassingsinstallatie noodzakelijk gaat zijn. Het ADN kent in dat geval een simpele methode om te controleren of een schip verantwoord ontgast is. Een schip dat vluchtige organische stoffen vervoert draagt namelijk een speciale markering. Deze mag pas verwijdert worden als de tanks minder dan 20% LEL aan damp bevatten. Dit is vaak ook een eis van een nieuwe verlader voordat een nieuwe lading aangenomen kan worden. Een schipper heeft er dus belang bij om van zijn resterende dampen af te komen.
Het ADN stelt ook dat er een checklist moet worden ingevuld door schipper en ontgassingsinstallatie voordat er verantwoord ontgast mag worden. Dit biedt toezichthoudende instanties een simpel administratief aangrijpingspunt om na te gaan of er verantwoord ontgast is. Voor iedere keer dat een binnenvaartschip zijn markering verwijdert dient de schipper dan namelijk een bewijs te overleggen dat er verantwoord ontgast is.
Omgevingsdiensten kunnen aan verladers de eis opleggen dat deze aan moet kunnen tonen dat een binnenvaarttanker, die in hun opdracht vluchtige organische stoffen vervoert heeft, volgens de regels van het ADN ontgast is. Dat kan m.b.v. de checklist voor verantwoord ontgsssen uit het ADN in combinatie met een ontgassingscertificaat. In digitale tijden als deze zou het weinig moeite moeten kosten om die gegevens op te nemen in het elektronisch milieujaarverslag dat bedrijven toch al aan dienen te leveren.
Conclusie
Binnenvaarttankschepen kunnen niet voldaan aan de voorwaarden waaronder varend ontgassen vanaf medio 2019 wordt toegestaan. Hiermee ontstaat de facto een verbod op varend ontgassen voor nagenoeg alle stoffen. Dit zorgt ervoor dat de regiodeal van de VVD, die medio 2019 in moet gaan, en de bestaande provinciale ontgasverboden vanaf 1 juli 2019 irrelevant. De brede handhavingsacties van het rijk in dichtbevolkte gebieden (nog steeds een ongedefinieerde term in de wet) lijken dan ook niet de juiste aanpak. De echte vraag is waarom omgevingsdiensten, het landelijk korps politiediensten (KLPD), Inspectie Leefomgeving en Transport (IL&T) en Rijkswaterstaat de handhaving van de regels voor ontgassen uit het ADN vanaf 1 juli 2019 niet ter hand nemen. Deze vraag is ook gesteld aan het Ministerie van I&W, maar ik heb hier nog geen antwoord op ontvangen.
Dit bericht is geschreven voor en gepubliceerd op Sargasso.
Geef een reactie