Begin maart zijn onze infraroodpanelen geïnstalleerd. In maart en april hebben we ons huis er mee warm gehouden, waarbij de cv-ketel enkel gebruikt is voor warm water. Verder stond de cv op het zomerprogramma. Eerder heb ik al ons energieverbruik van de maanden maart en april geanalyseerd. Daarbij heb ik niet gekeken naar de variabele energiekosten. Hoog tijd om dat wel te doen, uitgaande van de hypothese dat infraroodverwarming een warmterendement heeft van 100%, of zo je wilt een COP van 1 verwacht ik dat de energiekosten over de eerste vier maanden van dit jaar fors gestegen zijn. Een kWh warmte via aardgas kost namelijk 8 Eurocent, dezelfde kWh via elektriciteit kost in ons geval 22 Eurocent tijdens daluren en 25 Eurocent tijdens piektarief.
Variabel energiekosten 2011-2019
Ik begin met de werkelijke kosten, waarbij niet gecorrigeerd is voor verandering in tarieven. Hier onder staan de cumulatieve kosten voor aardgas per jaar.

In bovenstaande grafiek is goed te zien dat de kosten voor aardgas in maart en april nauwelijks gestegen zijn. De lijn 2019 HR laat zien wat de verwachte ontwikkeling van de kosten voor aardgas zijn als uitgegaan wordt van het aantal graaddagen in maart en april 2019 vermenigvuldigd met het gemiddelde aardgasverbruik per graaddag maart en april in de periode 2014-2018. Ten opzichte van de situatie met een HR ketel hebben we Euro 86 minder aan aardgas uitgegeven.
Ik heb de periode 2011-2013 buiten beschouwing gelaten, omdat het gasverbruik in 2013 erg veel hoger lag dan in andere jaren en omdat in 2013 de laatste grote veranderingen in ons huis zijn gedaan (onder andere het plaatsen van zonnepanelen).

De elektriciteitskosten zijn uiteraard wel gestegen nu we ons huis verwarmen met infraroodpanelen. In totaal met 101 Euro. Wat betekent dat we tot nu toe per saldo 15 Euro duurder uit zijn door over te schakelen op infraroodverwarming. Op het eerste gezicht lijkt dat niet in lijn met de verwachting dat de verwarmingskosten met een factor 3 stijgen (uitgaande van COP = 1).

Variabele energiekosten omgezet naar 2019
Het is natuurlijk mogelijk dat de verandering in energiekosten veroorzaakt wordt verandering in de tarieven voor gas en elektriciteit. De overheid heeft de energiebelasting op gas tenslotte verhoogd per 1 januari, terwijl de energiebelasting op elektriciteit is verlaagd. Daarom heb ik alle verbruiken van gas en elektriciteit sinds 2011 omgezet naar de huidige tarieven. Voor gas geeft dat geen schokkende resultaten. Als is in onderstaande grafiek wel beter zichtbaar dat ons gasverbruik in 2019 lager ligt dan in andere jaren.

Het meest interessant om te toetsen of de verwarmingskosten met een factor 3 gestegen zijn is onderstaande grafiek met de variabele kosten voor elektriciteit. Uitgaande van COP = 1 zou ik daar een forse stijging verwachten tot Euro 326. Ruim boven 2012 en 2013, de 2 duurste jaren tot nu toe. De werkelijke variabele kosten bedragen 193 Euro. Een verschil van Euro 133 tussen de theorie COP=1 en de praktijk. Waar ik meteen bij wil voegen dat de gemiddelde binnentemperatuur in maart en april 2019 niet wezenlijk verschilt heeft van de binnentemperatuur van maart en april 2018. Bij gebruik van een hr-ketel voor verwarming hadden de elektriciteitskosten uiteraard lager gelegen.

Tot slot dan het effect op de totale variabele energiekosten. Ook dan is in onderstaande grafiek goed te zien dat de ontwikkeling van de werkelijke kosten afwijkt van de energiekosten die te verwachten zijn als de hypothese COP = 1 waar zou zijn. In werkelijkheid ontlopen de kosten voor verwarming met een hr-ketel en infraroodverwarming elkaar bij ons na twee maanden gebruik nauwelijks.

Conclusie
Eerder had ik al aangeven dat ons energieverbruik niet echt aanleiding gaf om te geloven dat de hypothese dat infraroodverwarming gelijk staat aan een verwarming met een COP van 1 in de praktijk stand houd. Uit de omrekening naar geld komt, logischerwijs, nu dezelfde conclusie naar voor. De werkelijke energiekosten zijn niet gestegen, zoals de Nederlandse theorethyse hypothese COP=1 voorspelt. Waarbij in ons geval verwarmen met infrarood nauwelijks een financiële besparing oplevert ten opzichte van een hr-ketel. Terwijl een kWh elektriciteit 2,7 (dal) tot 3,3 (piek) keer zo duur is als een kWh gas. Het lijkt er dus eerder op dat een kWh van onze infraroodpanelen 2,7 tot 3,3 kWh van gasverbruik vervangen, waarmee mijn eigen verbruik in lijn is met de infrarood woning die ik in 2015 analyseerde. Al is COP een stomme maat voor een verwarming die niet primair de lucht verwarmt.
Geef een reactie