Eerder deze week vroeg Henri Bontenbal waar ik zou beginnen om duurzame energie in Nederland te bevorderen (en hoe ik dat zou betalen). Hieronder mijn 7 mogelijke startpunten met een eerste indicatie van mogelijk financiering:
- Aanpassen syteem van gunning voor duurzame energie projecten: overheid brengt locatie inclusief MER en bouwvergunning in, zoals Belgie dat doet. Dit verlaagt de kosten van voorfinanciering voor bedrijven en het verlaagt de risico opslag die financiers nu vragen i.v.m. mogelijk niet doorgaan van projecten. Deze maatregel kost geen geld. Desgewenst kunnen procedurekosten doorgerekend worden aan de uiteindelijk bouwer van het duurzame energie project.
- Energiebelasting aanpassen aan milieu-impact van energiebron, zoals dat ook gedaan is bij schonere auto’s. Te beginnen bij kleinverbruikers. Dat kan budgetneutraal door ofwel de energiebelasting voor fossiele energie bij kleinverbruikers verder te verhogen. Ofwel door de energiebelasting voor andere schijven van de energiebelasting te verhogen, waardoor ook grotere energieverbruikers geprikkeld worden om duurzame energie af te gaan nemen. Aanpassing hoeft ook niet vandaag geregeld te zijn, kies eerder voor een traject waarbij de tarieven in 5 a 10 jaar aangepast worden. Dergelijke overgangstermijnen geven burgers en bedrijven de kans om zich aan een nieuwe werkelijkheid aan te passen, terwijl ze al wel invloed gaan hebben op investeringsbeslissingen van burgers en bedrijven. Hogere energietarieven hoeven voor energieintensieve industrie geen probleeem te zijn, mits overgangstermijn afgestemd zijn op afschrijvingstermijnen en compenserende maatregelen genomen worden. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld te vinden in Denemarken, waar het verschil in tarief tussen grootverbruikers en kleinverbruikers veel minder groot is.
- Afbouw subsidies, fiscale voordelen en investeringsregelingen voor gebruik (en winning) van fossiele energie in 5 a 10 jaar. Ook hier geldt dat een overgangstermijn bedrijven en burgers in staat stelt zich aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid. Deze maatregel levert per saldo geld op.
- Maak het aantrekkelik voor burgers en bedrijven om te investeren in duurzame energieopwekking, bijvoorbeeld door een korting op de energiebelasting bij opwekking voor eigen verbruik of door op soortgelijke wijze mee te financieren als bij fossiele energie.
- Maak het netwerktarief afhankelijk van de hoeveelheid energie die je cumulatief door het net laat stromen, oftewel: bevorder dat burgers en bedrijven energievraag en energieaanbod zo goed mogelijk op elkaar afstemmen en dat energieopwekker en energiegebruiker dicht bij elkaar zitten.
- Biedt energiebedrijven de mogelijkheid om de huidige fossiele energietarief structuur (met enkel piek en dal tarief) aan te passen aan de structuur die past bij duurzame energie. Dus lager tarief voor zonne-stroom als de zon schijnt en hoger als het donker is.
- Maak duurzame energie technieken die minder dan 20 Eurocent per kWh of 0,60 Eurocent per m3 gas interessant door “ingroeitarieven” in de energiebelasting voor particulieren en mkb. Financier dit door afbouw van de SDE+ voor deze technieken. Technieken waarvoor deze aanpak (nog) niet geschikt is kunnen bevordert worden volgens de standaard innovatiemethodiek van de topsectoren.
Geef een reactie