Een coalitie bestaande uit Uneto-VNI, de milieubeweging en een groot deel van de energiesector pleit in een manifest voor een verbod op cv-ketels met ingang van 2021. In plaats daarvan moet er bij vervanging gekozen worden voor alternatieven, zoals een (hybride) warmtepomp. Op het eerste gezicht oogt dit sympathiek en passend in de lange termijndoelstelling om van gas af te gaan voor verwarming. Het is echter de vraag of dit de juiste oplossingsrichting is.
Alternatieve warmtebronnen
Een cv die aan het eind van zijn levensduur is kan dan alleen nog worden vervangen door een warmtepomp, zonnewarmte, stadsverwarming, infraroodverwarming of een hybride systeem (half cv-ketel, half warmtepomp). Deze zijn vaak een stuk duurder dan de cv-ketel en in geval van stadsverwarming of een warmtepomp ook niet zomaar van de een op de andere dag gerealiseerd. Bij een verbod op nieuwe cv-ketels worden bewoners in wijken waar tussen 2021 en 2030 een warmtenet wordt aangelegd op forse kosten gejaagd, tenzij de regels een uitzondering voor het huren van cv-ketels gaan bevatten.
Een ander nadeel is dat een huis niet zomaar geschikt is voor een warmtepomp. Een warmtepomp vergt een forse vermindering van de warmtevraag om te voorkomen dat het elektriciteitsverbruik in het stookseizoen explodeert. De energieinhoud van een kubieke meter gas staat namelijk gelijk aan een kleine 10 kilowattuur. Bij een gemiddeld gasverbruik van 1200 m3 betekent dat 12 duizend kilowattuur extra elektriciteitsverbruik. Zelfs als de warmtepomp daadwerkelijk vijf eenheden thermische warmte uit iedere eenheid elektriciteit weet te halen (de zogenoemde COP) is dat ruim 2.000 kWh elektriciteit per jaar extra.
In het rekenvoorbeeld van Milieucentraal daalt het gasverbruik van 1.700 m3 naar 850 m3 en 1.500 kWh. Dat is dus een besparing van 50% gas en een stijging van je elektriciteitsverbruik met 50% (uitgaande van de 3.000 kWh die Milieucentraal als gemiddeld verbruik hanteert).
Omdat de alternatieven, zoals een hybride warmtepomp, veel duurder zijn en niet iedereen dat geld heeft pleiten de bedrijven en organisaties voor een systeem waarbij je per woning een vast bedrag per maand betaalt voor de installaties die voor warmte en stroom zorgen. Als je je huis verkoopt, neemt de volgende eigenaar de lening over. Dat wordt ook wel gebouw-gebonden financiering genoemd.
Hoe dan wel?
Ik onderschrijf het uitgangspunt dat het gasverbruik snel moet dalen vanwege de mijnbouwschade in Groningen en de klimaatdoelen te halen. De beste manier daarvoor is de energievraag (en dan met name de warmtevraag) van gebouwen fors te verlagen. Bij een goede aanpak geeft dat ook een enorme woningverbetering, een hoger thermisch comfort en een betere kwaliteit binnenlucht. Zelf zou ik daarom een andere weg volgen bestaande uit drie paden. Het eerste pad is bewoners stimuleren of desnoods verplichten tot het plukken van laaghangend fruit. Het tweede pad is een stapsgewijs verbod op nieuwe gastoestellen. Het derde pad dialoog met bewoners over alternatieven warmtebronnen en het afbreken van de bestaande gasinfrastructuur.
Met simpele maatregelen en relatief weinig geld (1.000 Euro) is volgens onafhankelijk energieadviseur Lars Boelen een besparing van 50% van het gasverbruik mogelijk. De maatregelen die hij noemt hebben als bijkomende voordelen dat ze elektriciteit besparen in plaats van leiden tot extra elektriciteitsverbruik en dat ze goedkoper zijn dan een hybride warmtepomp.
De eerste stap van het tweede pad is een verbod op gas bij nieuwbouw van woningen en kantoren. De Eerste Kamer heeft deze week ingestemd met het wetsvoorstel dat dit mogelijk maakt. De tweede stap is een verbod op cv-ketels bij grootschalige renovaties in de huursector en een verplicht afbouwplan bij het verlenen van nieuwe milieuvergunningen. Een verplichting om een van gas af plan te (laten) maken voor je woning bij vervanging van de cv-ketel zou een mooie aanvulling zijn, zeker ook voor de particuliere huursector. Deze stap kan nog deze kabinetsperiode gerealiseerd worden. De derde en laatste stap van het tweede spoor is pas een verbod van de cv-ketel, HRe-ketel en hybride warmtepomp. Deze derde stap zou ik veel verder in de toekomst situeren, zo ergens rond 2030. Op die manier krijgen huiseigenaren en verhuurders de tijd om plannen te maken voor alternatieven waarbij energiebesparing een veel grotere rol kan spelen.
Het derde spoor begint met het aanwijzen van een partij die regie krijgt bij het ontwikkelen van plannen om binnen 15 jaar wijk voor wijk van gas af te gaan. Een mogelijke partij voor de regierol is de gemeente. Deze zou in dialoog met netwerkbedrijf, bewoners en gebouweigenaren plannen moeten uitwerken om wijk voor wijk van gas af te halen, bij voorkeur afgestemd op het moment dat de netbeheerder zijn gasleidingen moet vervangen. Veel gemeenten zijn hier al mee begonnen. Een termijn van 15 jaar geeft bewoners en gebouweigenaren ook de kans om plan te maken voor hun vastgoed waarbij het terugbrengen van de warmtevraag een grote rol speelt.
Conclusie
Het plan om binnen drie jaar een algemeen verbod op nieuwe cv-ketels in te stellen is goed nieuws voor de installatiebranche en de gasbranche. Veel bewoners zullen op het moment van vervanging niet anders kunnen dan overschakelen op een (hybride) warmtepomp. Individueel overstappen op een collectief systeem als stadsverwarming is hoe dan ook kansloos. De gasbranche kan bij uitvoer van dit plan in z’n handjes knijpen, want de hybride warmtepomp vormt na de niet geslaagde marktuitrol van de HRe-ketel een nieuwe mogelijkheid om gasverbruik in stand te houden en de weerstand tegen het verwijderen van de gasinfrastructuur zal een stuk hoger zijn in wijken waar veel mensen verplicht vijfduizend Euro of meer hebben geïnvesteerd in een hybride warmtepomp.
De grote verliezers bij het voorgestelde verbod op cv-ketels zijn niet alleen bewoners, maar ook alle mensen en organisaties die tijd en moeite steken in de beweging van onderop om van gas af te gaan. Ook verkopers van woningen waar een gebouwgebonden financiering op rust waar geen lagere energierekening tegenover staat kunnen zich opmaken voor een daling van de waarde van hun pand (vergelijkbaar met het verschil in woningwaarde tussen woningen zonder en woningen met een hoge erfpachtkanon).
Dit bericht is geschreven voor en gepubliceerd op Sargasso.
Geef een reactie