Wil de Galileo van de klimaatwetenschap opstaan?

Het is een vaak gebruikt argument van de ontkenners van klimaatwetenschap: de kerk geloofde Galileo ook niet toen hij zei dat de aarde om de zon draait. De kerk is in de beeldspraak van ontkenners de huidige klimaatwetenschap. En Galileo is willekeurig welke ontkenner van die wetenschap, zolang deze maar beweert dat menselijk handelen niet de oorzaak is van de huidige klimaatverandering. Daarom vandaag een kleine zoektocht naar de Galileo van de klimaatwetenschap, die waarschijnlijk verre van compleet is. Waarbij Galileo naar mijn mening een wetenschapper was die, in weerwil van de heersende opvatting dat de aarde het middelpunt van het heelal, op zoek ging naar bewijzen voor de theorie van Copernicus, waarin de zon het middelpunt van het heelal is.

De aarde als middelpunt van het heelal

Tot aan de 17 eeuw was de opvatting van de kerk dat de aarde het centrum van het heelal was. Vlak voor zijn dood in 1534 publiceerde Copernicus zijn theorie, waarin de zon het centrum van het universum was. Het boek trok weinig aandacht van het Vaticaan totdat Galileo er in de 17e eeuw naar begon te verwijzen. Met behulp van onderzoek met zijn telescoop verzamelde hij bewijzen voor de theorie van Copernicus. Zijn publicaties hierover brachten Galileo in conflict met de Katholieke kerk en leverde hem uiteindelijk een levenslang huisarrest op. De Katholieke kerk sprak pas in 1992 haar excuses uit, waarmee Galilei’s naam werd gezuiverd en Galilei werd erkend als gelovig mens. Tijden veranderen, want inmiddels is de zon ook niet meer het middelpunt van het heelal in de theorieën over het heelal.

Als we een klimaat-Galileo aan willen wijzen zoeken we dus een wetenschapper die tegen de heersende opvattingen in zijn tijd ver vooruit is met zijn voorspelling over de menselijke invloed op klimaat. Tot ver in de 20ste eeuw was de algemene overtuiging dat de nietige mens niet in staat is tot permanente veranderingen aan de aarde. Enkel door het voeren van een kernoorlog kon de mens blijvende invloed hebben op het klimaat op aarde. Ondanks de overheersende opvatting dat de mens geen invloed op wereldschaal kan hebben is er al lange tijd een onderstroom van wetenschappers die anders beweert. Deze mensen komen dus in aanmerking voor de titel klimaat-Galileo. Als mensen vasthouden aan het 19e eeuwse idee dat de mens te  nietig is om effect te hebben op mondiaal niveau dan heeft dat weinig tot niets te maken met Galileo.

Kandidaat klimaat-Galileo: Eunice Foote

In 1857 publiceerde The American Journal of Science een artikel van Eunice Foot over de resultaten van haar experimenten met de opname van warmte door de zon van verschillende gassen in afgesloten buizen. Uit haar proeven kwam naar voren dat waterdamp en CO2 beide zorgen voor meer opwarming dan lucht. Het grootste effect deed zich voor bij koolstofdioxide. Foot speculeerde al dat CO2 een broeikaseffect kon hebben in de atmosfeer. Als vrouw mocht ze haar werk niet zelf presenteren op wetenschappelijke conferenties. In de wetenschappelijke wereld van die tijd werd kennis ook minder makkelijk en goed verspreid, waardoor haar werk lange tijd minder aandacht kreeg dan dat van mannelijke wetenschappers na haar.

Kandidaat klimaat-Galileo: John Tyndall

In 1859 demonstreerde Tyndall dat sommige gassen infraroodstraling blokkeren. Hij stelt dat veranderingen in concentraties van deze gassen veranderingen klimaatverandering kunnen veroorzaken. Slechts weinigen binnen en buiten de wetenschap besteedden aandacht aan de ideeën van Tyndall.

Kandidaat klimaat-Galileo: Svante Arrhenius

In 1896 publiceerde de Zweedse Arrhenius het idee dat de mensheid de gemiddelde temperatuur op aarde kan verhogen door het verbranden van fossiele brandstoffen. Het was slechts een van de ideeën over mogelijke oorzaken van klimaatverandering. Slechts enkele wetenschappers besteedden aandacht aan het idee van Arrhenius en gebruikte experimenten en ruwe aannames om te beargumenteren dat menselijke emissies de aarde niet konden veranderen. De meeste mensen vonden het vanzelfsprekend dat de nietige mens nooit de wereldwijde natuurlijke processen kon verstoren.

Andere wetenschappers waren sceptisch over de theorie van Arrhenius, mede ingegeven door het simplisme van het model. Zo hield het model geen rekening met de invloed van veranderingen in bewolking. In metingen met de toenmalige spectograven overlapte de bandbreedte waarin CO2 en waterdamp infrarood reflecteerde elkaar. Meer CO2 kon geen effecten hebben op de uitstraling in de bandbreedte van waterdamp, omdat waterdamp in die bandbreedte al blokkeerde. Daarbij beschouwde de toenmalige wetenschappers de atmosfeer als één grote dikke laag. Huidige wetenschappers verdelen de atmosfeer in verschillende lagen. De wereldwijde gemiddelde temperatuur wordt gereguleerd door de dunne buitenste lagen van de atmosfeer, waar infraroodstraling makkelijk kan ontsnappen uit de dampkring. Hoe hoger hoe kouder de atmosfeer wordt. Koude lucht kan minder waterdamp bevatten, waardoor een stijging van andere broeikasgassen (zoals CO2) met 1% veel invloed kan hebben op de wereldwijde temperatuur.

Kandidaat klimaat-Galileo: Guy Stewart Callendar

Guy Steward Callender was een Engelse amateurwetenschapper. Hij beargumenteerde in de jaren 30 dat de waargenomen opwarming in de Verenigde Staten en het Noord-Atlantische gebied geen onderdeel was van een natuurlijke cyclus, maar het het gevolg van menselijk handelen. Hij ging er van uit dat de gevolgen van de opwarming positief zouden zijn.

Kandidaat klimaat-Galileo: Edward Teller

Edward Teller was een natuurkundige die in 1959 de olieindustrie waarschuwde voor klimaatverandering als gevolg van het gebruik van hun product. Bij een congres voor het 100 jarig bestaan van de olieindustrie vertelde hij het verzamelde publiek:

Ladies and gentlemen, I am to talk to you about energy in the future. I will start by telling you why I believe that the energy resources of the past must be supplemented. First of all, these energy resources will run short as we use more and more of the fossil fuels. [….] But I would […] like to mention another reason why we probably have to look for additional fuel supplies. And this, strangely, is the question of contaminating the atmosphere. [….] Whenever you burn conventional fuel, you create carbon dioxide. [….] The carbon dioxide is invisible, it is transparent, you can’t smell it, it is not dangerous to health, so why should one worry about it?

Carbon dioxide has a strange property. It transmits visible light but it absorbs the infrared radiation which is emitted from the earth. Its presence in the atmosphere causes a greenhouse effect [….] It has been calculated that a temperature rise corresponding to a 10 per cent increase in carbon dioxide will be sufficient to melt the icecap and submerge New York. All the coastal cities would be covered, and since a considerable percentage of the human race lives in coastal regions, I think that this chemical contamination is more serious than most people tend to believe.

Na afloop vatte hij zijn waarschuwing als volgt samen:

At present the carbon dioxide in the atmosphere has risen by 2 per cent over normal. By 1970, it will be perhaps 4 per cent, by 1980, 8 per cent, by 1990, 16 per cent [about 360 parts per million, by Teller’s accounting], if we keep on with our exponential rise in the use of purely conventional fuels. By that time, there will be a serious additional impediment for the radiation leaving the earth. Our planet will get a little warmer. It is hard to say whether it will be 2 degrees Fahrenheit or only one or 5.

But when the temperature does rise by a few degrees over the whole globe, there is a possibility that the icecaps will start melting and the level of the oceans will begin to rise. Well, I don’t know whether they will cover the Empire State Building or not, but anyone can calculate it by looking at the map and noting that the icecaps over Greenland and over Antarctica are perhaps five thousand feet thick.

Met zijn waarschuwing tijdens een congres van de olieindustrie maakt Edward Teller een goede kans op de titel klimaat-Galileo.

Kandidaat klimaat-Galileo: Charles Keeling

In de jaren 50 werden studies op touw gezet om Callendar’s ideeën te toetsen. Dankzij betere technieken en meer overheidsfinanciering, mede vanwege militaire belangstelling voor betere weersvoorspellingen, wisten wetenschappers aan te tonen dat de CO2-concentratie in de atmosfeer inderdaad kon toenemen en dat dit een opwarmend effect kon hebben.

In 1960 wist Charles Keeling dit voor het eerst nauwkeurig in beeld te brengen. Aan Charles Keeling danken we de Keeling curve.

Kandidaat klimaat-Galileo: E. Robinson en R.C. Robbins

In 1968 publiceerde E. Robinson en R.C. Robbins een rapport in opdracht van het American Petroleum Institute. In dit rapport stond de volgende waarschuwing te lezen over het effect van hun product op het klimaat op aarde:

Significant temperature changes are almost certain to occur by the year 2000, and these could bring about climatic changes. […] there seems to be no doubt that the potential damage to our environment could be severe. […] pollutants which we generally ignore because they have little local effect, CO2 and submicron particles, may be the cause of serious world-wide environmental changes.

Robinson en Robbins maken een goede kans op de titel klimaat-Galileo met  het publiceren van een waarschuwing over klimaatverandering ten gevolge van CO2 in een rapport in opdracht van de olieindustrie.

Kandidaat klimaat-Galileo: James Hansen

In 1988 getuigde NASA wetenschapper James Hansen voor het de Amerikaanse Senaat over klimaatverandering. Dertig jaar later kan geconcludeerd worden dat hij grotendeels gelijk heeft gehad.

Of dat voldoende is voor de titel klimaat-Galileo?

Conclusie

Bij door menselijk handelen veroorzaakte klimaatverandering is er naar mijn mening niet echt één Galileo aan te wijzen. Verschillende mensen hebben de afgelopen eeuwen gewezen op de mogelijkheid dat het verbranden van fossiele brandstoffen klimaatverandering kan veroorzaken. Voor het grote publiek zijn James Hansen en Michael Mann de grote bekenden. Binnen de fossiele energie industrie komen mensen als Edward Telle, Robinson en Robbins meer in aanmerking. Vanuit wetenschappelijk oogpunt liggen Foote of Callendar meer voor de hand. Een ding is zeker: wat in al die tijd niet verandert is is het fanatisme waarmee de onwelkome boodschap dat het verbranden van fossiele brandstoffen door mensen het klimaat kan veranderen wordt bestreden. De fossiele energiekerk legt alleen geen huisarrest op, maar stuurt een leger social media trollbots of fossiel gefinancierde denktanks op je af.

Dit bericht is geschreven voor en gepubliceerd op Sargasso.

Eén reactie op “Wil de Galileo van de klimaatwetenschap opstaan?”

  1. Kleine correctie: Edward Teller, niet Telle.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.