De documentaire Planet of the Humans van regisseur Jeff Gibbs en producent Michael Moore maakt de tongen over duurzame energie los. Aan het eind van de film blijkt de centrale stelling dat alleen minder consumeren en minder mensen een oplossing bieden. De weg daarnaartoe leidt langs veel halve onwaarheden en verouderde informatie over duurzame energie en de milieubeweging, en langs een van de vaste stokpaardjes van producent Michael Moore: kapitalisme is slecht en de 1% heeft de macht gegrepen. In een reactie op de commotie geeft Michael Moore aan dat het gelukt is om het debat te openen:
Onder welke steen de beste man de afgelopen 20 jaar gelegen heeft weet ik niet, want het debat over bio-energie woedt al jaren. Net zoals er al jaren stil aandacht is voor de nadelen van wind- en zonne-energie, voor het feit dat elektrische auto’s de files niet gaan oplossen en voor het feit dat enkel en alleen de overschakeling op duurzame energie niet afdoende gaat zijn om binnen de ecologische grenzen te blijven. Zoals er ook al decennia aandacht en beleid is om de groei van de wereldbevolking indirecte af te remmen, bijvoorbeeld door beter onderwijs voor meisjes en door seksuele voorlichting. Directere vormen voor het afremmen van de bevolkingsgroei, zoals de één kind politiek in China, hebben zacht gezegd nogal nare bijwerkingen gehad.
En om nou te zeggen dat Michael Moore degene is die het debat over de tegenstelling tussen kapitaal (de 1%) en arbeid nieuw leven in blaast lijkt me ook wat te veel eer, dat debat is naar mijn mening veeleer nieuw leven ingeblazen door economen als Thomas Piketty. En zoals Jef Fox in The Nation schrijft de film mist alle hoopvolle ontwikkelingen van het afgelopen decennium, waarin de Amerikaanse milieubeweging een vuist wist te maken ondanks een niet zo milieuvriendelijke en een ronduit milieu-onvriendelijke president.
Aangezien de film ook in de reacties van Sargasso discussie deed opwaaien schreef ik voor Sargasso onderstaande recensie. Inclusief een niet uitputtend overzicht van onjuiste en verouderde informatie in de film en met links naar meer lezenswaardige reacties op de film. Los van de inhoud vind ik de film naar overigens een draak. De documentaire mist de subtiliteit en scherpte van het oudere werk van Michael Moore, zoals Bowling for Columbine of Roger & me. Ook zit de film vol met pathetische filmmuziek, waar ik een broertje dood aan heb.
Duurzame energie als het antwoord voor alle problemen?
Zo ergens rond minuut 55 van de documentaire wordt een van de grootste stropoppen van de film opgezet: milieugroepen zouden al jaren roepen dat alles goed komt als we maar overschakelen op duurzame energie. En goh, wat gek, dat blijkt niet waar te zijn. Zelfs wanneer iedereen overschakelt op duurzame energie houden we sociale- en milieuproblemen. Daarbij blijken duurzame energiebronnen ook hun eigen sociale en milieuproblemen te kennen, bv bij de winning van de grondstoffen en in de afvalfase. Een onderwerp waar ik in 2012 al over schreef schreef. Gibbs vergeet voor het gemak te melden dat de bij de winning van grondstoffen voor de alternatieven (fossiele energie en uranium) ook de nodige misstanden zijn. Denk bijvoorbeeld aan de bloedkolen discussie van een paar jaar geleden, aan de enorme landschappelijke schade van dagmijnbouw in Duitsland en Canada, de vervuiling van de Niger delta door de oliewinning, door uranium winninig in Namibië of dichter bij huis de ellende ten gevolge van gaswinning in Groningen.
Een groter probleem is dat Gibbs geen enkel voorbeeld noemt van een milieugroep die heeft gesteld dat met de overgang op duurzame energie alles is opgelost. Niet zo vreemd, want ik ken ze niet. Als ik me beperk tot Nederland noemt Urgenda in haar Visie 2030 een vijftal transities waarvan de overgang naar duurzame energie er maar een is. Naast de overgang op duurzame energie gaat het bij Urgenda om anders eten, anders wonen, andere vormen van mobiliteit en andere manieren van produceren. In al die transities speelt het reduceren van de vraag naar energie een belangrijke rol. In Amerika spreekt het Rocky Mountain Institute al sinds 1990 over NegaWatts als belangrijke opgave. In Nederland pleit Milieudefensie al een aantal jaar onder de term eerlijk om voor een inclusieve energietransitie. En wie hun website bekijkt kan toch moeilijk beweren dat ze enkel gericht zijn op duurzame energie, Milieudefensie zet zich ook al jaren in voor aanpassingen in handelsverdragen. Ook bij Greenpeace is niet terug te vinden dat ze enkel op duurzame energie gefocust zouden zijn als panacee voor alle milieuproblemen.
In de documentaire moeten vooral 350.org en Bill McKibben het ontgelden, zijn reactie vind je hier. Waarschuwing: hij is een stuk beter onderbouwd dan Planet of Humans, dus als je liever blind scheld op de milieubeweging kan ik je het lezen van zijn reactie afraden.
Wellicht dat een van de lezers een milieuorganisatie kent die enkel inzet op duurzame energie als oplossing voor alles?
Meer weten over het tegen gaan van klimaatverandering, of sociale en ecologische grenzen aan groei
Wie meer wil weten over wat er wel allemaal nodig is (en mogelijk) en nieuw is in dit onderwerp raad ik aan om dit artikel uit 2006 over wedges te lezen. Het artikel gaat over de aanpak die Rob Socolow en Stephen Pacala, beide Princeton, hebben geïntroduceerd. Waarbij een wedge een techniek is die in 2055 de emissie met 1 miljard ton CO2 kan hebben verminderd, bv. de inzet van kernenergie, energiebesparing in gebouwen of de inzet van zonne-energie. Princeton onderscheidt op haar website momenteel 15 technologieën die een wedge vormen, waarvan maar 6 met energieproductie te maken hebben. Een uitgebreidere bron van beschikbare technieken die doorontwikkeld en geïmplementeerd moeten worden vind je bij het Internationaal Energie Agentschap, waarbij ze ook aangeven of een techniek op het goede spoor is om zijn bijdrage te leveren. Ook het IEA kijkt verder dan enkel de inzet van (duurzame) energie. Een toegankelijke database vol met mogelijke oplossingen wordt ook geboden door Project Drawdown. Wederom een berg maatregelen die verder gaan dan duurzame energie, waarmee de stelling van Gibbs en Moore dat er enkel focus ligt op duurzame energie wederom gefalsificeerd is. Voor wie een combinatie tussen sociale en ecologische grenzen zoekt kan ik Donut economy van Kate Raworth aanraden.

Het centrale plaatje van haar theorie staat hierboven. Volgens Raworth hebben mensen behoefte aan een zeker minimum aan voorzieningen, zoals onderdak, vrede en gerechtigheid, energie en voedsel. Wanneer er te veel wordt geconsumeerd lopen we echter tegen ecologische grenzen aan, bijvoorbeeld in de vorm van klimaatverandering, biodiversiteitsverlies of tekorten aan water. Toch niet echt een voorbeeld van enkel kijken naar duurzame energie….
Overbevolking en overconsumptie
Aan het eind van de film schakelt de film zonder goede onderbouwing over naar het feit dat overbevolking en overconsumptie het werkelijke probleem zouden zijn. Los van het feit dat ik me afvraag hoe je in korte tijd de wereldbevolking terug zou kunnen dringen is het een typisch hondenfluitje voor racistische reacties. Want welke bevolkingsgroepen willen Moore en Gibbs dan terugdringen? En hoe zien ze dat voor zich? Daarbij: er wordt al decennia bevolkingspolitiek bedreven. Soms met gruwelijke bijwerkingen, zoals bij de eenkindpolitiek in China. Reden waarom de focus steeds meer verschoven is naar indirecte vormen van geboortebeperking door te investeren in beter onderwijs voor meisjes en in gezinsplanning. Maatregelen die langzaam maar zeker hun vruchten afwerpen, al geldt dat zeker niet voor alle landen. Wereldwijd gezien daalt het aantal kinderen per vrouw al sinds de jaren 50. Uit mijn hoofd zijn er ongeveer 2,2 kinderen per vrouw nodig om de bevolking stabiel te houden, op Afrika na zaten alle continenten daar in 2015 onder.
Brian Kahn trekt het overbevolkingsverhaal nog een stapje verder:
If renewables are so bad, then what does a few million less people on the planet going to do? Oh, and who are we going to knock off or control for? Who decides? How does population control even solve the problem of corporate influence on nonprofits and politics?
Vragen waar de documentaire geen antwoord op geeft. Wellicht dat een van de lezers van Sargasso antwoord kan geven op de vraag hoe je op een ethisch verantwoorde manier 90 tot 95% CO2 reductie bereikt via bevolkingspolitiek en zonder aanpassing in onze levensstijl of overschakeling op duurzame energie.
Een tweede punt dat de documentaire aanhaalt is overconsumptie. Bezien vanuit de donut van Kate Raworth zijn er ongetwijfeld delen van de wereld waar de consumptie op een niveau ligt waardoor ecologische grenzen worden overschreden. In Nederland zijn de grenzen die het meest recent knellen klimaatverandering, neerslag van stikstof en chemische verontreiniging (pfas). Tegelijkertijd zijn er delen van de wereldbevolking waar de consumptie zo laag ligt dat niet voldaan wordt aan een sociaal minimum. Denk aan de beschikbaarheid van energie, voedsel of vrede in grote delen van de wereld. Is er dan sprake van een totale overconsumptie? Eerder van een gebrek aan spreiding van consumptie over de wereld. Al heb ik zo’n vermoeden dat een deel van de mensen die verheugd reageert op de kritiek van de film op duurzame energie het maar lastig gaat vinden als we geld gaan overmaken naar Zuid-Europa of Afrika om mensen daar binnen de donut te krijgen… Hetzelfde geldt denk ik voor de benodigde aanpassingen in onze levensstijl om de het aandeel in de CO2 uitstoot waarvoor de rijkste 10% verantwoordelijk is terug te brengen. Al helemaal als we duurzame energie daarbij uitsluiten als oplossing voor een deel van het terugdringen van onze CO2 emissies.

Vraagtekens bij biobrandstoffen/biomassa
De film zet terecht vraagtekens bij bepaalde vormen van biobrandstoffen en biomassa. Vraagtekens die al jaren gezet worden, deSER bracht in 2010 al een advies uit over de kansen en dilemma’s van een biobased economy. De discussie over het maken van ethanol van mais loopt al zeker 10 jaar, aangezwengeld door met name de milieubeweging en ontwikkelingsorganisaties zoals OxfamNovib. Onder het motto geen voedsel in de tank verzetten zij zich al jaren tegen deze zogenaamde eerste generatie biobrandstoffen, die gemaakt wordt van voedselgewassen. Een van de redenen is dat buitenlandse investeerders massaal grond opkochten om er grondstoffen voor biobrandstoffen op te verbouwen in plaats van voedsel. De tweede generatie biobrandstoffen wordt veelal gemaakt van afval, zoals frituurvet of kadavers. Ook over het gebruik van deze biobrandstoffen bestaat al jaren discussie. Reden voor Nederland om al zeker sinds 2012 in te zetten op geavanceerde biobrandstoffen op basis van algen en bacteriën. In 2019 nam de EU nieuwe duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen aan. Daarmee is de discussie niet volledig weg, maar neemt de EU onder druk van actievoerders en groene partijen wel maatregelen om een deel van de nadelen tegen te gaan. Ontbrekende figuren onder die actievoerders het afgelopen decennium: Michael Moore en Jeff Gibbs. En ik vermoed een heleboel andere mensen die nu dwepen met de negatieve aspecten van biobrandstoffen. De grote palmolieplantages ontging het nieuws vorig jaar niet.
Ook bij de inzet van biomassa voor energie zijn de nodige vraagtekens te zetten. Al is het ook daar wel zaak om niet alles over een kam te scheren. Maar vooral ook om te zien vanuit welke hoek de afgelopen jaren gestreden is voor verbeteringen of afbouw van de inzet van biomassa. Op landelijk niveau zijn het vooral GroenLinks, D66, CU en PvdD en in mindere mate SP en PvdA geweest die zich tegen de inzet van biomassabijstook in kolencentrales hebben gekeerd. De namen Michael Moore en Jeff Gibbs zijn daarbij nooit gevallen. Ook een deel van de mensen die zich nu op twitter druk maken over de stikstofemissie van biomassaverbranding heb ik niet gehoord toen in 2009 te maken kreeg met dilemma’s rond de extra stikstof van een op biodiesel gestookte energiecentrale op de Maasvlakte. Ik heb ook zo’n vermoeden dat een aanzienlijk deel van de mensen die naar aanleiding van deze film tegen de inzet van biomassa ageert niet weet hoe de partij waarop ze de afgelopen decennia hebben gestemd hier tegenover staat. In de peilingen van de VVD is er in ieder geval niets te merken van weerstand tegen biomassa.
De situatie bij biogas ligt ook genuanceerd, biogas gemaakt van een rioolwaterzuivering of afgevangen van een vuilnisbelt zorgt voor weinig controverse. Lastiger ligt het al als er met subsidie mest vergist wordt. In hoeverre houdt dat de intensieve veeteelt in stand? Ook dat is een discussie die al jaren gevoerd wordt.
Dat nuances ten aanzien van bio-energie geen plaats krijgen in de film van Gibbs vind ik kwalijk, dat mensen die betrokken zijn bij bio-energie geen pakkende one-liner hebben als antwoord vind ik logisch. Het gaat niet over wapenbezit, het gaat over een van de lastigste en taaiste onderdelen van de energietransitie. Een onderdeel waar in de Tweede Kamer en in het Europees Parlement al jaren met regelmaat over gedebatteerd wordt. Met een beetje zoeken op internet kom ik ook Amerikaanse studies en artikelen tegen uit 2006 die soortgelijke discussies oproepen ten aanzien van biobrandstoffen van mais als de film van Moore en Gibbs doet. Dat zij er pas in 2020 mee komen doet me in herhaling vervallen: onder welke steen hebben ze al die tijd zelf gelegen?
Wind- en zonne-energie
Het vermakelijkst wordt het eigenlijk bij zon- en windenergie. Ik ben geen techneut, maar kon een deel van de fouten er desondanks zelf al uitvissen bij het kijken naar de film. Zo gaat het bij minuut 15 van de film over een zonnedak met een efficiency van de cellen van 8%. Eerder deze week maakt het Chinese Trina Solar bekend te starten met de productie van zonnepanelen van 515 Wattpiek met een cel efficiency van 21%. De fabrikant verwacht dit op korte termijn verder op te kunnen voeren naar 24%, drie keer zo efficiënt als de panelen uit de film van Gibbs. De beelden zijn dan ook van 10 jaar terug. Alsof je online sociale netwerken gaat bespreken aan de hand van Hyves en MySpace…
Een andere simpele om er uit te vissen was de levensduur van zonnepanelen: 10 jaar wordt zonder tegenspraak beweert in de documentaire. Zonnepanelen kunnen echter veel langer mee. Zelfs Shell zonnepanelen uit 2000 doen het nog steeds. De prestaties van zonnepanelen gaan wel langzaam achteruit, de degradatie in prestaties is zo’n 0,8% per jaar. Voor een van de projecten waar ik zelf bij betrokken ben geweest vanuit onze lokale energiecoöperatie hebben we een opbrengstgarantie voor 16 jaar, leveren de zonnepanelen te weinig op dan krijgen we geld van de installateur.
De film bevat de misvatting dat er altijd fossiele centrales altijd moeten draaien staan om variaties in wind- en zonne-energie op te vangen, wat niet waar is. Zie voor de uitleg hierover deze blog van Jasper Vis. Ook het idee dat de CO2-winst van windenergie teniet wordt gedaan door het dalende rendement van fossiele centrales is borrelpraat, die we in Nederland kennen van de hand van Le Pair en recenter van Van Erp.
Natuurlijk komt ook Duitsland voorbij waarbij in een aantal fragmenten wordt gesproken over het grote aandeel groene stroom, om door te gaan met een shot van het aandeel duurzame energie. Alsof elektriciteit en energie hetzelfde zijn. Daarbij stelt de documentaire ook dat de CO2 emissie in Duitsland niet gedaald is door de overgang naar groene stroom. Wat aantoonbaar onjuist is:
Duitsland zet daarbij, anders dan Nederland, veel minder in op biomassa. Ook is de productie van CO2 arme elektriciteitsbronnen sinds 2002 gestegen, ondanks het afschakelen van kerncentrales. Je kan discussiëren of Duitsland verder was geweest als het zijn kerncentrales open had gehouden en de kolencentrales uit had gezet. Dan ga je echter voorbij aan de politieke realiteit in Duitsland, waar tot een paar jaar geleden weinig steun was voor het aanpakken de kolensector, en aan het feit dat Duitsland het aandeel groene stroom veel sterker heeft laten stijgen dan bijvoorbeeld Frankrijk.
Ook de CO2-emissies over de hele levenscyclus van wind en zon zijn laag. Vele malen lager dan de emissies van de alternatieven: olie, gas en kolen.
Een ander punt waarop Jeff Gibbs de plank zacht gezegd misslaat ten aanzien van Duitsland is als hij de Turkse LNG-haven Dörtyol in Duitsland situeert.
Bij energiedeskundige Thijs ten Brinck en bij Jasper Vis staan uitgebreidere overzichten van hele en halve onwaarheden ten aanzien van energie die de film aanhaalt, die ga ik hier niet allemaal herhalen. Ketan Joshi heeft een uitgebreider overzicht staan van de fouten ten aanzien van Amerikaanse energieprojecten en foto’s waarmee je zelf kunt bepalen of je de landschappelijke impact van een windpark echt vergelijkbaar vind met kolenwinning m.b.v. ‘mountain top removal’.
Elektrische auto
De film stelt ook de elektrische auto ter discussie. In de film zit onder andere een fragment van de introductie van een Chevy Volt. Jasper Vis achterhaalde dat het fragment waarschijnlijk uit 2010 stamt. Op de vraag hoe de elektrische auto geladen wordt is het antwoord van de vertegenwoordiger van het lokale energiebedrijf (Lansing Board of Water & Light) 95% kolenstroom. De tijd heeft sindsdien niet stilgestaan. Zo is Chevrolet gestopt met de Volt en heeft het energiebedrijf besloten om in 2020 de laatste kolencentrale te sluiten. De kolencentrales zijn vervangen door een combinatie van gascentrales en duurzame energie. Wat dat fragment dus vooral duidelijk maakt is hoe dynamisch de elektriciteitsmarkt is en hoe belangrijk het is om bij het beoordelen van elektrificatie niet alleen te kijken naar de huidige stand van zaken, maar vooral ook naar de toekomstige ontwikkelingen in de elektriciteitsssector.
Die toekomstige ontwikkeling laat zien dat ook gascentrales het steeds lastiger krijgen, met name de piekcentrales. Zon en wind in combinatie met twee uur opslag is volgens Bloomberg New Energy Finance nu de goedkoopste optie in de Europa, China en Japan. En ja, de winning van grondstoffen voor energieopslag heeft sociale en milieuproblemen. Dat is geen reden om deze technologie bij het schroot van de geschiedenis te zetten, maar reden om mijnbouwbedrijven en hun afnemers aan te blijven spreken op hun verantwoordelijkheid, of om rechtszaken tegen dergelijke bedrijven te starten. Zoals zowel milieuorganisaties als ontwikkelingsorganisaties dat al decennia doen. Het gebruik van halve of hele onwaarheden, zoals Gibbs doet, helpt je zaak daarbij niet vooruit. Het gebruik van goed gedocumenteerde feitelijke informatie wel.
Miljonairs/miljardairs: filantropen vs belasting betalen
De film geeft ook kritiek op de rol van miljonairs en miljardairs, en dan met name het geven van geld aan goede doelen. Een kritiek die ik deel en die ook in de milieubeweging en bij ontwikkelingsorganisaties al langer weerklank vind. Denk bijvoorbeeld aan de eerlijk om campagne van Milieudefensie, of aan de focus van Oxfam Novib op belastingontwijking en groeiende ongelijkheid tussen arm en rijk. Aandacht die van oudsher ook te vinden is bij GroenLinks, PvdA, PvdD en SP. Hoewel ieder van deze vier partijen op zijn eigen manier worstelt met het samenbrengen van sociale en groene doelstellingen kan toch moeilijk gezegd worden dat ze de afgelopen decennia daar niet mee bezig zijn geweest zoals Moore en Gibbs beweren. Ook in Amerika is eerlijkere belastingbetaling al langer een thema. En vorig jaar haalde Rutger Bregman in Davos uit naar de gebrekkige belastingmoraal van de rijken:
Dat de aandacht niet wijzigingen in beleid heeft geleid daar mag je zeker kritisch op zijn. Het lijkt me dan meer voor de hand om na te gaan wat er geprobeerd is om de belastingdruk van arbeid terug te schuiven naar kapitaal, dan om te laten zien dat ook duurzame energie het speelterrein is van het grote bedrijfsleven. Je zou je ook kunnen afvragen waarom duurzame energie anders zal zijn dan andere sectoren? Gelet op het terugkeren van het thema bij Michael Moore zou ik wat meer zelfreflectie verwachten. Al vanaf Roger & me richt hij zich tegen de praktijken van het grootkapitaal. Blijkbaar zonder veel succes. Wat kan hij daar zelf beter aan doen? Wat heeft ie verkeerd gedaan? Geen woord erover in de documentaire.
Zoals de documentaire in het deel over Duitsland ook geen woord wijd aan de burgerenergiecoöperaties. Terwijl dat nou juist een van de hoopvolle kansen van duurzame energie is als het gaat om het aanpakken van de invloed van het grootkapitaal. In Duitsland was in 2016 42% van de geïnstalleerde capaciteit in handen van burgers, in 2012 was dit 46%. Dat laat zien dat het aandeel daalt, maar nog steeds aanzienlijk is. In een documentaire die de impact van het grootkapitaal wil bekritiseren zou je toch verwachten dat er aandacht is voor dit voordeel van duurzame energie. Aan gebrek aan Engelstalige literatuur hierover hoeft dat niet te liggen, want er zijn verschillende goede Engelstalige informatiebronnen ook speciaal voor journalisten.
In Nederland is er ook een groeiend aantal lokale energiecoöperaties actief, zowel op het gebied van energieproductie als op het gebied van de warmtetransitie. In het Nederlandse klimaatakkoord zijn afspraken opgenomen over lokale participatie en over het streven naar 50% lokaal eigenaarschap. Dikke kans dat wie wat wil doen tegen een kapitalistisch systeem waar enkel winst voor de aandeelhouder telt zich kan aansluiten bij een lokale energiecoöperatie in de buurt. En als duurzame energie niet je ding is, maar je wil je op een van de andere benodigde wedges inzetten dan zijn er ook voldoende initiatieven te vinden. Bijvoorbeeld voor regeneratie van landbouwgronden of lokaal voedsel.
Reactie op de kritiek
Michael Moore, Jeff Gibbs en Ozzie Zehner hebben inmiddels ook gereageerd op de kritiek (zie hierboven). In hun reactie stellen ze dat hun hoofdboodschap is dat enkel overschakelen op groene energie niet gaat werken, dat er veel meer problemen zijn. Bijvoorbeeld overbevissing en een landbouwsysteem dat drijft op fossiele energie, ontbossing en aantasting van de biodiversiteit. Ook stellen ze dat ze niet geloven in oneindige economische groei op een eindige planeet. Door te blijven doen alsof dat onderwerpen zijn die bij de traditionele milieubeweging niet op de agenda staan schetsen ze een karikatuur van de milieubeweging.
Daarbij hebben ze hun boodschap verpakt in een belabberd slechte documentaire gevuld met halve waarheden en stropopargumenten. Dat maakt het lastig om hun verhaal serieus te nemen en de vele fouten leiden af van de werkelijke discussie. Bij de mensen die dat wel doen blijft vooral de boodschap hangen dat duurzame energie en elektrische auto’s slecht zijn. Ik kom bij weinigen het besef tegen dat Moore en Gibbs en andere boodschap verpakt hebben in hun documentaire. Van de zelfreflectie waar Michael Moore toe oproept kom ik erg weinig tegen bij hemzelf. In hun reactie wijden ze geen enkel woord aan de steun die hun film krijgt onder pseudo-sceptici en de wijze waarop deze film de aandacht afleidt van de werkelijke discussies.
Conclusie
Moore, Zehner en Gibbs tonen met hun documentaire vooral aan slechte researchers te zijn als het gaat om duurzame energie en de milieubeweging. Ze zetten een vals beeld van de milieubeweging neer om die vervolgens met veel misbaar neer te halen. Daarbij onderbouwen ze hun argumenten dat het kapitalistisch systeem, overbevolking en overconsumptie de hoofdoorzaken van alle problemen zijn slecht.
Michael Moore toont ook weinig reflectief vermogen: hoe komt het dat de kritiek die hij al sinds Roger & me tegen het kapitalistisch systeem ventileert de afgelopen decennia nauwelijks weerklank heeft gevonden in de politiek? Zijn antwoord dat dat door de groene beweging komt is ver van de waarheid en overtuigd niet. Gibbs, Zehner en Moore leggen ook niet uit hoe het tegengaan van overbevolking gaat leiden tot 90 tot 95% CO2 reductie. Hetzelfde geldt voor het aanpakken van overconsumptie. De slotbeelden van een oerang oetan in een neergehaald bos past ook in het geheel niet bij de film, waarin geen enkel aandacht wordt gegeven aan biobrandstoffen van palmolie. De focus ligt voornamelijk op Amerikanse biomassa en biobrandstoffen, een zielige grijze eekhoorn was meer op zijn plaats geweest.
Is het mogelijk om kritiek te hebben op zonne-energie, windenergie en biomassa? Zeker, maar dan wel op basis van kloppende feiten. Het laatste wat nodig is is een extra bron van misinformatie. Als ik ervan uitga dat Moore en Gibbs duidelijk hebben willen maken dat klimaatverandering niet het enige probleem is en dat duurzame energie alleen het klimaatprobleem niet gaat oplossen, dan schiet de film zijn doel ver voorbij. Wat blijft hangen bij neomalthusianen is dat overbevolking het probleem is, bij mensen die tegen het kapitalistisch systeem zijn dat het groot kapitaal en overconsumptie het probleem zijn, en bij tegenstanders van duurzame energie dat duurzame energie het probleem is. Die laatste boodschap blijft ook hangen bij mensen die door mensen veroorzaakte klimaatverandering ontkennen. Ik schat de kans dat mensen die geloven dat CO2 geen klimaatverandering veroorzaakt na het zien van de film begrijpen dat duurzame energie onvoldoende is en dat ze hun levensstijl aan moeten passen om binnen ecologische grenzen te blijven nihil.
Wil je meer informatie over de film dan heb ik hieronder een (niet uitputtend) lijstje van mogelijke bronnen:
- Bart Verheggen op Klimaatveranda
- Films for Action
- Richard Heinberg (een van de mensen in de documentaire)
- Recensie Josh Fox bij The Nation
- George Monbiot bij The Guardian
- Recensie in Trouw
- Gawie Keyser in De Groene
- Michael Mann in Newsweek
Dit bericht is een bewerking van een bericht dat eerder is gepubliceerd op Sargasso.
Geef een reactie