Vorige week was mijn laatste werkweek bij de gemeente Woerden en gemeente Oudewater. Vanaf half juli ga ik aan de slag bij de Provincie Zuid-Holland als coördinator voor de zeven regionale energiestrategieën van Zuid-Holland (VOC mentaliteit iemand? 😉 ).
Ik kijk terug op een mooie en leerzame periode bij twee gemeenten in een zeer gewaardeerd deel van het Groene Hart. Een periode waarin ik met veel experts, medeoverheden en betrokken inwoners heb samengewerkt aan het tegengaan van gaswinning onder Woerden en met grootschalige duurzame energieproductie (windturbines, zonnevelden en grote zonnedaken). Dat laatste zowel lokaal voor de gemeente Woerden en gemeente Oudewater, als binnen de regionale energiestrategie RES-U16.
De laatste weken voor het zomerreces zijn, zoals eigenlijk altijd in de ambtenarij, drukker geweest dan verwacht. Daardoor heb ik niet iedereen persoonlijk, telefonisch of via de mail weten te informeren. Degene die ik de afgelopen weken niet heb gemaild, gesproken of gebeld wil ik bij deze alsnog bedanken voor de samenwerking in de afgelopen vier en een half jaar. We zijn het zeker niet altijd eens geweest over inhoud en/of proces en/of uitkomst en/of keuzes die zijn gemaakt. Toch kijk ik terug op een vruchtbare en goede samenwerking, ook (of misschien wel juist) met degene die kritisch zijn op gemaakte keuzes. Zonder hen bv geen professionele visualisaties. Van wrijving komt glans. Binnen de door de raad en college gestelde kaders heb ik mijn werk zo goed mogelijk proberen uit te voeren en de belangen van beide gemeenten zo goed mogelijk proberen te dienen in de regio.
Tijdens de afgelopen jaren is er lokaal, regionaal, landelijk en internationaal veel veranderd is in het energie- en klimaatbeleid. Veranderingen die niet ophouden, zoals de landelijke beleidsontwikkelingen en de ontwikkelingen op de energiemarkt van het afgelopen jaar laten zien. Deze veranderingen krijgen (deels) hun weerslag krijgen in ons landschap, de gebouwde omgeving en ons huis, en (deels) in onze portemonnee.
De veranderingen in het landschap die hernieuwbare energieproductie tot gevolg heeft leidde in beide gemeenten tot de nodige discussies tijdens het participatieproces. Daarbij ging het er soms fel en emotioneel aan toe. Tijdens het participatieproces en de discussies met experts hebben we dankbaar gebruik gemaakt van de kennis en kunde van EMMA, Generation.Energy, Bosch & Van Rijn en The Imagineers. Daarbij heb ik zelf ook veel gehad aan de kennis die ik eerder opdeed vanuit Ambtenaar 2.0 en de toolbox interactieve beleidsontwikkeling.
Naar mijn persoonlijke mening hebben de door inwoners en experts geuite zorgen met betrekking tot onder andere landschappelijke kwaliteit, inwonersparticipatie, klimaatverandering, veiligheid en niet te vergeten gezondheid een goede plaats gekregen in de door de raad vastgestelde Afwegingskaders. Daarmee ligt er in beide gemeenten een basis voor het vervolg. Tegelijkertijd besef ik heel goed dat een deel van de inwoners, volksvertegenwoordigers, geraadpleegde experts en belanghebbenden ontevreden is over de uitkomsten van het raadsbesluit, over het proces daarnaartoe of over de concreet behaalde resultaten. Zelf kijk ik tevreden terug op de discussies van de afgelopen jaren en op de samenwerking met inwoners, collega’s, belangenorganisaties, colleges, raadsleden en medeoverheden.
In beide gemeenten heeft de raad een maximum hoeveelheid te produceren hernieuwbare elektriciteit tot 2030 vastgelegd. Ook stellen beide gemeenten dat de selectie van initiatieven voor grootschalige opwek met behulp van zonne-energie en/of windenergie door middel van een of meer maatschappelijke tenders gaat plaatsvinden. Daarmee hebben beide raden aangegeven meer sturing te willen geven op de selectie van locaties dan louter het stellen van ruimtelijke kaders. Het oplossen van de puzzel hoe een maatschappelijke tender kan bijdragen aan het bereiken van een landschap van verlangen is aan de inwoners, grondbezitters, gemeenteraadsleden, colleges en niet te vergeten mijn opvolger.
Het eerste puzzelstuk daarvoor is de uitkomst van het ontwerpend onderzoek naar de landschappelijke inpassing van zonnevelden in de vijf gemeenten van de Lopikerwaard (IJsselstein, Lopik, Montfoort, Oudewater en Woerden). Een onderzoek waarin de vijf gemeenten een consortium hebben gevormd met Paul Roncken, de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit, Architectuurcentrum Aorta, MooiSticht en landschapsarchitect Ben Kuipers.
Het resultaat daarvan is een Routekaart naar het Landschap van Verlangen. Om daar te komen is een bredere blik nodig dan enkel het doel energietransitie en een groter schaalniveau dan het toevallige perceel waar een vergunning voor wordt aangevraagd. Dan wordt energie een middel om een bredere visie op de kwaliteit van een gebied te realiseren, gekoppeld aan andere opgaven in het gebied. Een belangrijke les uit dit onderzoek is dat de huidige praktijk waarbij energie een doel op zich is en waarbij vergunningen op kavelniveau worden beoordeeld voor veel inwoners op z’n best tot een landschap van acceptatie leidt.
Gebiedsprocessen
Een tweede puzzelstuk vormen de gebiedsprocessen die de gebiedscommissie Utrecht West de afgelopen jaren in meerdere gebieden van Woerden en Oudewater heeft opgezet. Niet altijd voor energie, meestal niet zelfs. Een aantal keren wel met energie als een van de thema’s. Een daarvan is gebiedscoöperatie Ons Polderhart in polder Gerverscop, gemeente Woerden. Succesvol voor energietransitie: inwoners werken samen om de daken te vullen met zonnepanelen en om oplossingen te zoeken voor netcongestie. Maar vooral ook succesvol in sociaal opzicht: een gebied met meer onderlinge sociale contacten tussen boeren en buitenlui.
In Oudewater Noord loopt het gebiedsproces, dat oorspronkelijk is begonnen vanuit bodemdaling. Het lastige van dergelijke processen is loslaten en geduld: het is net beleidsontwikkeling zonder participatie. Bij beleidsontwikkeling zonder participatie horen inwoners pas wat als het beleid af is, bij een gebiedsproces zit je als ambtenaar in die rol: Je hoort pas wat als er resultaten geboekt worden, tot die tijd is het gissen. Extra dossiers vanuit het Rijk (stikstof, kaderrichtlijn water) die nu gaandeweg het gebiedsproces binnenkomen via waterschap en provincie maken het er niet makkelijker op voor de deelnemers. Ik wens de betrokken boeren en inwoners toe dat het gebiedsproces op z’n minst succesvol is op sociaal gebied.& kennisopbouw bij inwoners.
Kennisopbouw bij raad inwoners
De afgelopen jaren hebben we in Woerden behoorlijk wat tijd gestoken in kennisopbouw bij raadsleden. Eerst in besloten sessies, later openbaar. Doel was om raadsleden in positie te brengen om besluiten te nemen door ze kennis mee te geven over verschillende deelaspecten van de energietransitie, zoals veiligheid en gezondheid. Maar ook over wat een regionale energiestrategie is, hoe bevoegdheden wettelijk verdeeld zijn tussen rijk, provincie en gemeenten, wat de rol van de netbeheerder is, hoe het elektriciteitsnetwerk werkt en niet te vergeten allerlei onderwerpen die bij de warmtetransitie spelen. Want ik geef je het te doen als lekenbestuur: beslissen over dit soort ingewikkelde materie, naast alle andere ingewikkelde dossiers van bv. het sociaal domein en naast je gewone baan. Daarbij hebben we dankbaar gebruik gemaakt van de kennis van de Veiligheidsregio Utrecht, Stedin, de Omgevingsdienst Regio Utrecht en de GGD regio Utrecht.
Ook voor geïnteresseerde inwoners hebben we kennis proberen te ontsluiten. Eerst via een energiecafe. Wat tijdens corona nog niet zo makkelijk was en omschakeling van locatiebezoek naar webinar tot gevolg had. Een webinar over duurzame energie en een webinar over de RES U16. Die laatste begonnen we als Woerden en Oudewater, waarna bijna alle gemeenten van de RES U16 uit het Groene Hart zich aansloten.
Een derde puzzelstuk voor het vervolgproces vormt dan ook kennisopbouw bij belangenorganisaties voor natuur- en landschap, en bij inwoners. Om hen meer kennis op te laten doen over de impact van ecologie en wind- en zonne-energie heeft de NMU afgelopen half jaar van gemeente Woerden de opdracht gekregen om een groep Energieboswachters op te leiden. Met als doel dat inwoners beter in staat zijn om projectvoorstellen te beoordelen en ook betere inbreng kunnen leveren op voorstellen voor windparken en zonnevelden. Daarmee wordt de realisatie mogelijk ingewikkelder, maar zonder weerstand geen glans. Een pilot waarmee de gemeente Woerden haar nek heeft uitgestoken.
De drie voorstellen van de energieboswachters die ik op de slotavond heb mogen zien en horen waren stuk voor stuk verrassende oplossingen. Verrassend in de zin dat er echt werk was gemaakt van het uitzoeken van overheidsdoelen voor de kwetsbare soorten in een gebied en de mogelijkheden die een zonnepark kan bieden om hun leefgebied te vergroten en/of verbeteren. En verrassend in de combinaties die per voorstel gekozen waren om ook andere opgaven in het gebied op te pakken. Waarmee de resultaten van de training energieboswachters per ongeluk aansloot bij de Routekaart naar een Landschap van verlangen. Mooi om te zien hoe inwoners begeleid door expertise tot dezelfde uitkomst komen als experts begeleid door inwoners.
Een puzzelstuk dat al lang op het verlanglijstje staat, maar dat nog niet is uitgewerkt, is een kwalitatief beter ontwerp van randapparatuur. Nederland heeft een lange traditie van industrieel ontwerp. De huidige generatie trafohuisjes, inkoopstations en energieopslagsystemen (zeecontainers met batterijen) zijn m.i. geen reclamebord hiervoor. Functionele grijze blokkendozen. Dat zou echt beter kunnen en moeten. Zeker binnen het NOVI/NOVEX gebied Groene Hart zou daar een aansprekend karakteristiek ontwerp voor kunnen ontwikkelen voor het gebied. Persoonlijk ben ik van mening dat een beter passend ontwerp de maatschappelijke acceptatie van dergelijke noodzakelijke nutsvoorzieningen in de buitenruimte kan vergroten.
Netcongestie
Zoals meer gebieden van Nederland kregen ook de gemeenten waar ik voor werkzaam was te maken met netcongestie. Gelukkig hoefde het wiel niet geheel opnieuw uitgevonden te worden, want de provincie Drenthe heeft al een handreiking met 10 mogelijke oplossingen voor netcongestie op de site staan. Ook kreeg ik via oud-collega’s een tips over de inzet van hergebruikte loodzuuraccu’s, die brandveiliger en een factor 4 goedkoper zijn dan lithiumionaccu’s. Met als bijkomend voordeel dat recycling al via vele protocollen is geregeld (best handig met circulaire ambities). Ook worden ze aangeboden als service, waardoor overschakeling op nieuwe technieken eenvoudig is. Een heel andere optie, die via dezelfde weg binnen kwam, is de productie van waterstof via pyrolyse. Een pilot die in provincie Brabant wordt uitgevoerd en moet leiden tot een energiezuiniger proces om waterstof uit methaan (=meestal aardgas, maar kan ook biogas) te produceren, van de huidige 50 kWh/kg H2 naar 20 kWh/kg H2.
Slotsom
De slotsom is dat ik Woerden en Oudewater ga missen. De collega’s, de overzichtelijke schaal van de organisatie, de puzzel van werken voor twee besturen, maar vooral de inwoners. Hun betrokkenheid bij hun stad, hun buitengebied en bij het verbeteren daarvan.
Tegelijkertijd heb ik veel zin in de nieuwe uitdagingen die er bij en in de provincie Zuid-Holland wachten. Waarbij ik wederom met het Groene Hart te maken krijg en met de buurgemeenten van Woerden en Oudewater. Een andere provincie, maar provinciegrenzen zijn net gemeentegrenzen: potloodstreepjes op een kaart. Het ergste wat kan gebeuren is dat je ze terugziet in het landschap…
Geef een reactie