In het derde hoofdstuk schopt Korten tegen één van de heiligste huisjes van de huidige maatschappij aan: Economische groei is altijd goed voor u.Volgens hem is dit niet het geval. Dit komt doordat de huidige meting van economische groei wel laat zien dat de welvaart stijgt, maar dat wil niet zeggen dat het welzijn ook stijgt. Concreet signaleert hij drie problemen met de huidige wijze van meting van het Bruto Nationaal Product (BNP):
- Verschuiving van activiteiten van de geldloze naar de geld economie leidt tot economische groei: . voetballen op straat telt bv. niet mee, maar het lidmaatschap van een fitnessclub levert wel een hoger BNP op
- Het opruimen van afval en het herstellen van schade veroorzaakt door de groei, leidt tot groei.
- Het uitputten van natuurlijke hulpbronnen leidt tot economische groei
Het debat over de verdeling van de koek is op de achtergrond geraakt sinds economische groei als doel op zich wordt gezien. Dat is niet terecht. Boven een minimumniveau van economische productie gaat het niet om de vraag hoe hoog het absolute inkomen is, het gaat om het relatieve inkomen. En dan vooral om de verdeling. De nadruk op groei sinds de jaren vijftig heeft de problemen van de armen niet opgelost. De indicatoren van maatschappelijke desintegratie en milieuvernieting zijn bijna overal verslechterd.
Als je armen vraagt waar behoefte aan is, zullen ze ook zelden aangeven dat ze economische groei nodig hebben. Groei is voor de rijken. Tijdens periodes waarin de economische politiek gericht is op groei wordt inkomen verplaatst van mensen die werken voor de kost naar mensen met vermogen. Volgens Korten leidt snelle economische groei tot dure speeltjes voor de elite, maar gaan de levensomstandigheden van de massa er zelden op vooruit. Snelle groei vereist vaak buitenlandse valuta, waardoor arme boeren worden verjaagd naar marginale gronden of moeten in sweatshops gaan werken om in hun inkomen te voorzien. Hierdoor worden gezinnen ontwricht, komen sociale verbanden onder zware druk te staan en neemt het geweld mee. De mensen die wel hebben weten te profiteren van de groei hebben vervolgens meer buitenlandse valuta nodig om wapens te kopen om zich tegen de massa te beschermen. Een wel erg cynische blik, maar aan de andere kant gaan de sociale indicatoren in Nederland op z’n zachtst gezegd ook niet echt vooruit. De precieze cijfers ken ik niet, maar Nederland is daarin niet uniek: de geluksbeleving is in de hele westerse wereld sinds de jaren zestig redelijk stabiel, terwijl de economie fors gegroeid is. Factoren die aan onze geluksbeleving ten grondslag liggen:
Nu maar wachten tot deze kennis ingang vind in de neo-klassieke economie (helaas nog steeds de overheersende stroming, maar ik geef ze minder dan 10 jaar) en in de politiek…
Plaats een reactie